Algemeen

Familie houdt bestuurder op koers

Henrik de Moel is per 1 augustus aangetreden als dagelijks bestuurder van de AOb, samen met zij-instromer Jelmer Evers. Hij kent de bond door en door.

Tekst Ad Moerman - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

iphone-0031654632549mailrobniemantsverdriet-nl-24

Beeld: Rob Niemantsverdriet

Wat heeft de AOb toch veel vergader-gremia in de top. Je zou er duizelig van worden?

“Terwijl het eigenlijk heel simpel is. De Algemene Vergadering, met honderd leden, is de baas. Zij kiezen een hoofdbestuur van maximaal 21 mensen, verdeeld over de onderwijssectoren, die samen de voortgang bewaken. Onder hen zijn zes fulltime en volledig bezoldigde dagelijkse bestuurders onder wier leiding het beleid handen en voeten krijgt. Ik ga per 1 augustus van het hoofd- naar het dagelijks bestuur. Daar zat ik al een tijdje in als ziektevervanger. Ik ben ingewerkt.”

Zit je al lang in het onderwijs?

“Ik kom uit een onderwijsnest. Mijn ouders kwamen elke dag thuis met tassen vol nakijk- en voorbereidwerk. Dat leek me niks voor later. Ik ging geschiedenis studeren. Na mijn afstuderen nodigde een vriend me uit om een proeflesje te draaien. Het was na vijftig minuten liefde op het eerste gezicht. Voor een klas met kinderen staan maakte me blij. Een jaar later had ik mijn bevoegdheid en vond ik een baan bij CSG Augustinus in Groningen.”

Ben je als rasechte Groninger beïnvloed door Fré Meis?

“Nee, die communist was destijds actief in Oost-Groningen. Ik ben een echte ‘stadjer’. Wel uit een PvdA-nest, dat is nog steeds mijn partij. Maar mijn vrouw is van GroenLinks en mijn schoonfamilie van de Partij voor de Dieren. Samen houden ze me op koers.”

Waarna je toetrad tot de AOb-gelederen?

“Precies. Het begon in de landelijke sectorraad VO. Op enig moment werd ik een van de vijf leden van het sectorbestuur. In 2013 werd ik hoofdbestuurder VO. In 2015 ben ik herbenoemd voor vier jaar en straks dus fulltime elke dag aan het roer.”

Op welk resultaat van de afgelopen jaren ben je het trotst?

“Ik ga niet over mezelf trompetteren, resultaten zijn een gevolg van goed teamwerk. Het mooiste vind ik dat we de afgelopen jaren er steeds beter in slagen om de onderwijsproblematiek voor het voetlicht te krijgen en te houden.”

Wat zijn je prioriteiten?

“Niets verrassends. Het is voor mij onverteerbaar dat de kansengelijkheid in het onderwijs achteruit gaat. Dat het lerarentekort eerder oploopt dan afneemt. Dat de kwaliteit onder druk staat en de werkdruk te hoog is. Leerkrachten worden geregeerd door roosters en de schoolbel. Dat knelt en dus krijgen mensen een burn-out. In het voortgezet onderwijs is dat percentage het hoogst.”

Ga je de AOb ook intern op zijn kop zetten?

“Zeker niet. We doen al heel veel goed, ons ledental groeit. We zijn wel bezig met een plan om onze dagelijkse aanwezigheid in scholen te vergroten. Vroeger vroeg de directeur bij je aanstelling of je al lid was van de bond en drukte je een aanmeldformulier in handen. Die rol zou nu op elke school in handen moeten komen van een clubje collega’s. Zelfs met al onze consulenten kunnen we niet dagelijks op alle scholen zijn, maar onze leden zijn dat wel. We moeten kijken hoe we digitale middelen beter inzetten. In het onderwijs lopen best veel mensen die ergens wat van vinden, maar geen tijd hebben om naar vakbondsbijeenkomsten te gaan. Die groep moeten we meer naar ons toehalen.”