PO

De gelukkige leraar is geen duizendpoot

In het vmbo bestaat hij al: de clusterexpert, de leraar die verschillende vakken geeft. Er zijn plannen om die ook elders in het voortgezet onderwijs een plek te geven, maar leraren zelf zijn huiverig. “Ik zou het liefst vanaf morgen weer alleen geschiedenis geven.”

Tekst Richard Hassink - Onderwijsblad - - 7 Minuten om te lezen

nina-clusterleraar

Beeld: Nina Maissouradze

Michel Verschuren is een duizendpoot. Bij 2College Jozefmavo in Tilburg doceert hij mens & maatschappij, geschiedenis en mediawijsheid. “En ik heb in het verleden ook nog maatschappijleer gegeven.” Dat hij van zo veel markten thuis is, is zo gegroeid. “Voor mens & maatschappij, waarin de vakken geschiedenis, aardrijkskunde en economie geïntegreerd zijn, heb ik mijn bevoegdheid vanuit de lerarenopleiding geschiedenis die ik in 2008 heb afgerond. Maatschappijleer mag ik geven via een teambevoegdheid, omdat we wel een bevoegde docent maatschappijleer hebben. En mediawijsheid omdat het een schooleigen vak is.”

Ja, zijn bord is behoorlijk vol, erkent Verschuren. “Meerdere vakken geven kost meer tijd voor voorbereiding en meer tijd voor overleg omdat je een grotere vakgroep hebt. En voor de bovenbouw moet ik ook nog gewoon toetsen maken voor het vak geschiedenis.” Hij redt het, omdat hij naar eigen zeggen door de wol geverfd is, maar voor beginnende docenten houdt hij zijn hart vast. “Als je geschiedenis gestudeerd hebt en je moet ineens van alles kunnen vertellen over vulkanen, moet je jezelf echt even opnieuw uitvinden. Het voelt dan een beetje alsof je rijlessen hebt gehad in een gewone auto, maar vervolgens moet afrijden in een bus.”

Complex

Verschuren zou je een clusterleraar kunnen noemen, iemand die meerdere verwante vakken geeft. Dit type leraar krijgt een prominente plek in de plannen van Onderwijsminister Arie Slob die het huidige bevoegdhedenstelsel te complex vindt, met veel regelingen en uitzonderingen. De bevoegdheden in het voortgezet onderwijs zitten in zijn ogen te rigide vast aan de vakken, wat de aantrekkelijkheid en toegankelijkheid van het beroep negatief zou beïnvloeden.

Twee jaar geleden schetsten adviesorgaan Onderwijsraad en beleidsonderzoekbureau Regioplan de contouren van een nieuw stelsel waarin drie type leraren worden voorgesteld: de breed pedagogische groepsleerkracht (voor praktijkonderwijs en vso, vergelijkbaar met pabo-gediplomeerden), de vakspecialist (voor vooral bovenbouw havo, vwo en de beroepsgerichte vakken van het vmbo, vergelijkbaar met de huidige vakbevoegdheden) en - daartussenin - de clusterleraar (voor het vmbo en de eerste twee leerjaren van havo en vwo).

Dit type leraar zou dan meerdere verwante vakken geven in clusters als talen, exacte vakken of maatschappelijke vakken, waarvoor hij meer diepgaande kennis dan een groepsleraar zou moeten hebben, maar minder diepgaand dan een vakleraar. In maart van dit jaar heeft het ministerie de commissie onderwijsbevoegdheden onder leiding van econoom Paul Zevenbergen de opdracht gegeven om het nieuwe bevoegdhedenstelsel verder uit te werken. Het eerste deel van het advies wordt deze maand verwacht.

Verschraling

De onderwijsbonden zien niet de noodzaak om het bevoegdhedenstelsel te veranderen en peilden daarom de mening daarover bij de achterban. Beleidsmedewerker Marieke Jansma deed tot twee keer toe onderzoek onder leraren: de eerste keer, in maart 2019, onder zo’n 6 duizend AOb-leden. De tweede keer, in september 2020, onder ruim 14 duizend leden van de AOb en een aantal andere onderwijsbonden. Jansma: “Uit de resultaten blijkt dat leraren in het voortgezet onderwijs de clusterleraar niet zien zitten, zeker als je kijkt naar leraren havo en vwo. Daar wil een vrij grote meerderheid alleen lesgeven in zijn eigen vak.”

Volgens Jansma zien veel leraren het als een verschraling van het onderwijs. “Bovendien is er de angst dat ze tegen hun wil worden ingezet voor andere vakken. Ik heb zelfs van docenten gehoord dat ze tegenover hun werkgever verzwijgen dat ze nog een tweede bevoegdheid hebben.” Henrik de Moel, vo-bestuurder bij de AOb, heeft de resultaten van het onderzoek ook goed in zijn hoofd zitten. “Interessant is dat er in het vmbo en het vso wel anders over de clusterleraar gedacht wordt. Daar heeft het wel een meerwaarde, zeker in de eerste twee leerjaren waar de vakken nog niet zo de diepte in gaan.”

Maaike Scholten, vmbo-docent biologie, mens & natuur en ehbo aan Het Rhedens in Dieren, ziet de voordelen van het clusterleraarschap in het vmbo ook. “Leerlingen krijgen minder verschillende docenten voor hun neus en als docent kun je - omdat je ze vaker ziet - een betere band opbouwen met je leerlingen. Juist die band is belangrijker in het vmbo dan op havo of vwo.” Scholten, die biologie studeerde, staat er niet onwelwillend tegenover om ook schei- of natuurkunde te geven. “In de eerste twee leerjaren van het vmbo zou dat nog wel lukken, omdat je daar met die vakken redelijk aan de oppervlakte blijft. Voor havo en vwo lijkt het me niet haalbaar. Ik geef nu bijvoorbeeld ook ehbo aan havo- en vwo-klassen. Dan krijg ik soms vragen waar ik het antwoord schuldig op moet blijven. Die zou ik waarschijnlijk ook krijgen als ik daar natuur- of scheikunde zou geven.”

In havo en vwo wil een vrij grote meerderheid alleen lesgeven in zijn eigen vak

In het algemeen denkt Scholten niet dat de clusterleraar de aantrekkelijkheid van het beroep zal vergroten. “Misschien zorg je voor wat meer variatie, maar wat je ziet is dat de meeste collega’s liefde voor één vak hebben.”

Voor Michel Verschuren geldt dat sowieso. Al geeft hij al zijn vakken vol overgave, voor één vak koestert hij een speciale liefde. “Het liefst zou ik vanaf morgen weer alleen geschiedenis geven. Want daar ben ik het beste in en ik vind dat leerlingen het beste verdienen. Bijzonder is ook dat ik dat terugkrijg van leerlingen als ik met hen mijn lessen evalueer. ‘Meneer, u bent bij geschiedenisonderdelen veel enthousiaster dan bij aardrijkskunde’, zeggen ze dan. Tja, een gelukkige leraar zorgt ook voor gelukkige leerlingen.”

Werkdrukverhogend

De onderwijsbonden zijn er niet op tegen dat leraren hun bevoegdheden uitbreiden, maar de regie daarvoor moet wel bij de leraar zelf liggen, vindt bestuurder De Moel. “Het moet gerespecteerd worden als iemand alleen dat ene vak wil geven. En maak dan vervolgens het behalen van een tweede of derde bevoegdheid extra aantrekkelijk voor diegenen die wel willen, door een goede opleiding te bieden of door het inbouwen van een financiële prikkel.”

Meer vakken geven is werkdrukverhogend, toch blijf ik in schaal LB

Ook docenten Scholten en Verschuren verwachten dat een hogere beloning een verschil zou maken. “Hoe vaak ik ook aangeef bij mijn werkgever dat meer vakken geven werkdrukverhogend is, ik krijg altijd nul op het rekest en ik blijf altijd in schaal LB”, zegt Verschuren. Jansma ziet het ook vaak terugkomen in enquêtes. “Er bestaat veel frustratie bij docenten dat je in het onderwijs alleen maar carrière kunt maken door bouwcoördinator of afdelingsleider te worden. Een flink aantal respondenten geeft aan dat ze zich best willen verbreden, maar dat dat tijd en energie kost en dat ze daarvoor dan wel beloond willen worden.”

Wat ook uit de enquêtes komt, is dat docenten echt wel weten wat de aantrekkelijkheid van hun beroep kan vergroten: verhoog de salarissen, verklein de klassen en verlaag de werkdruk. “Maar dat kost allemaal geld”, zegt De Moel. “Voor een nieuw bevoegdhedenstelsel geldt dat in principe niet. Maar het is een gevaarlijke knop om aan te draaien, want stel je voor dat de kwaliteit naar beneden gaat: hoe krijg je het dan weer goed?” Jansma deelt die zorg. “We ruilen een onafhankelijk bevoegdhedenstelsel in voor een stelsel waarin scholen veel meer zeggenschap krijgen. Of dat de aantrekkelijkheid van het beroep vergroot, is de vraag.”

De Moel ziet voor docenten eigenlijk helemaal geen voordelen aan een nieuw bevoegdhedenstelsel. “De kwaliteit gaat er ook niet mee omhoog. Wel wordt het voor scholen makkelijker om docenten breder in te zetten. Ik heb weleens het idee dat het vooral daarom gaat.”
In de loop van 2021 zal het complete advies van de commissie onderwijsbevoegdheden er liggen. De Moel: “We verwachten dat de commissie met voorstellen komt die aansluiten bij de wensen van de collega’s in de scholen. Want juist bij een onderwerp dat zo raakt aan de beroepsopvatting van leraren is draagvlak onder de beroepsgroep onontbeerlijk.”

Praat mee!

De AOb organiseert begin december drie online bijeenkomsten over bevoegdheden. Leraren willen vooral aandacht voor bevoegdheden in het speciaal onderwijs, het beroepsgericht onderwijs en het onderwijs aan kleuters. Dat bleek uit de enquête die afgelopen zomer is ingevuld door meer dan 14.000 leraren uit het primair onderwijs, het speciaal onderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs.

Ben je werkzaam in een van de drie onderstaande onderwijsgebieden en wil je meepraten? Schrijf je dan in voor de sessie over:

Dit artikel las je gratis uit het decembernummer van het Onderwijsblad. Elke maand het Onderwijsblad in je bus? Klik hier.