Algemeen

Burn out-probleem groeit snelst in primair onderwijs

In het primair onderwijs (po) is het aantal mensen met burn-outklachten de afgelopen tien jaar sneller gestegen dan in het voortgezet onderwijs (vo) en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). In het po nam het percentage leraren dat er last van heeft toe van 15,8 in 2007 naar 24,1 in 2017.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

burn-out

Beeld: Typetank

“Het onderwijs is al jaren koploper als je kijkt naar burn-outklachten”, zegt TNO-onderzoeker Wendela Hooftman. Ze werkte mee aan het rapport ‘Werkdruk in het onderwijs’ dat vanmiddag is gepubliceerd. Het ministerie van Onderwijs vroeg onderzoeksbureau TNO om de werkdruk onder de loep te nemen, de ontwikkelingen in de tijd te onderzoeken en te kijken naar mogelijke verklaringen.

Dit onderzoek laat wederom zien dat onderwijsmedewerkers vaker burn-outs hebben (22,1 procent in 2017) dan andere werknemers (15,9 procent). Bovendien steeg het aandeel werknemers dat klachten ervaart van werkdruk harder dan in andere sectoren en geven meer onderwijsmedewerkers aan dat ze emotioneel belast worden. Ook schoolbesturen noemen werkdruk vaker -6 op de 10 keer- dan andere werkgevers.

Stress

Van het onderwijspersoneel uit het po, vo en mbo gaf 69,2 procent in 2017 aan, te maken te hebben met werkstress waar arbo-maatregelen voor nodig waren. Vergeleken met de rest van Nederland (46 procent) ligt dat percentage flink hoger. Ook met de burn-outklachten ‘scoort’ het onderwijs boven het Nederlands gemiddelde, respectievelijk 22,1 procent in 2017 tegenover 15,9 procent. Onderwijswerknemers vinden hun werk bovendien vaker emotioneel zwaar met 21,7 procent in 2017 vergeleken met het gemiddelde van 10,5 procent. Ook de ervaren werkdruk in het onderwijs is hoger dan gemiddeld in Nederland.

21,7 procent van de onderwijsmedewerkers vond het werk in 2017 emotioneel zwaar

Binnen de drie onderzochte onderwijssectoren valt de stijging van burn-outklachten in het primair onderwijs op. “In het po is het percentage het hardst gestegen en daarmee loopt deze sector steeds meer in op het voortgezet onderwijs”, zegt onderzoeker Hooftman. Toch had het voortgezet onderwijs met 26,7 nog altijd het hoogste percentage werknemers met burn-outklachten in 2017. In het mbo gaat het om 21,8 procent in 2017, maar in deze sector stegen de klachten minder snel. In 2007 ging het om 17,9 procent.

Hoge eisen

“Wat je in het hele onderwijs ziet is dat het onderwijs relatief laag scoort op de mogelijkheid om zelf je tijd in te delen, verlof op te nemen en om het werktempo zelf te bepalen”, zegt Hooftman. “Wat verder niet meehelpt is dat de taakeisen, dus dat wat de werkgever van je vraagt, al jaren als hoog ervaren worden. Zolang wij meten is het onderwijs koploper. Het is niet iets dat pas kort speelt.”

Factoren

Er is niet één oorzaak voor de werkdruk in het onderwijs. Meerdere factoren spelen een rol met per onderwijssector verschillende accenten. In het mbo is vaak de aansluiting tussen vaardigheden en baan niet goed, zo geeft 31,6 procent van de medewerkers in 2017 aan. “Wij hoorden uit de klankbordgroep dat personeel vaak wordt ingezet op vakken waarvoor ze niet zijn opgeleid.” Ook in de AOb-enquête over bevoegdheden van afgelopen februari gaf 63 procent van de 700 mbo-medewerkers aan dat ze alleen vakken willen geven waar ze voor opgeleid zijn. Ze willen dat dit in de wet komt te staan.

In het voortgezet onderwijs speelt ongewenst gedrag van leerlingen, ouders of collega’s een grotere rol. Collega’s in het basisonderwijs hebben meer last van de hoeveelheid werk. Het percentage van het onderwijspersoneel dat die last ervaart nam toe van 39,5 naar 59,8.
“Het laat zien dat het probleem met werkdruk niet makkelijk is op te lossen", zegt Hooftman. "Het zal gaan om maatwerk per school.”