Algemeen

Bevoegde leraar ook essentieel voor zomerschool

Het kabinet investeert 500 miljoen euro extra om onderwijsachterstanden weg te werken. Overal in Nederland worden zomerscholen uitgebreid of opgericht. “Ik houd mijn hart vast.”

Tekst Lisanne van Sadelhoff - Redactie Onderwijsblad - - 6 Minuten om te lezen

50082422548_667e1c3d84_o

Beeld: Typtank

Marijke Kaatee dacht dat ze alles zo’n beetje wel had gezien. Ze organiseert nu twaalf jaar de zomerschool in Amsterdam Nieuw-West. Zoals het nu stormloopt met de aanmeldingen? Nee. Dat is helemaal nieuw. Veroorzaakt door de coronacrisis.

“Ik voel stress bij ouders”, vertelt Kaatee. “Ze mailen er nog eens achteraan, om te vragen of hun aanmeldformulier is aangekomen. Elk jaar hebben kinderen baat bij onze zomerschool, maar ik denk dat de noodzaak dit jaar nog groter is.”

Elk jaar hebben kinderen baat bij de zomerschool, maar de noodzaak is dit jaar groter

Uitbreiden

Daarom heeft Kaatee besloten om uit te breiden. Qua ruimte kan ze vier groepen meer kwijt dan normaal. “En dat is het.” Want het moge duidelijk zijn: voor al die kinderen zijn ook docenten nodig. “Ik weet dat er zomerscholen zijn die met onbevoegd personeel werken omdat ze het niet rond krijgen, maar ik neem geen docenten zonder diploma aan.” Ook ervaring noemt Kaatee een must. “Als zomerschooldocent heb je geen aanloop, je moet er op dag één al staan.”

Het kabinet investeert 500 miljoen in het onderwijs om de gevolgen van de crisis op te vangen. 200 miljoen is daarvan gereserveerd voor studenten, 244 miljoen wordt verdeeld over basis- en middelbare scholen en mbo-instellingen.

Daar wordt gebruik van gemaakt. Zo breidt de zomerschool in Terneuzen uit naar 75 leerlingen en komt er een klas voor anderstalige kinderen. In Amstelveen pleiten lokale politici voor een zomerschool en in Enschede komen er vier, dit jaar voor het eerst. “Het zat al in de pen”, zegt Rianne Buist, “maar we merken nu dat er extra behoefte aan is.” Buist is directeur van basisscholen Glanerbrug Zuid en Noord en zet nu de zomerscholen op. “We wilden dat sowieso, omdat we een flink aantal wijken hebben met kinderen voor wie de zomervakantie echt te lang is en kinderen bij wie de zomerdip een rol kan gaan spelen.”

Bevoegd

In totaal bundelen vijf scholen hun krachten - én hun docenten. Want dat is nog wel even een dingetje, erkent Buist. Bevoegde docenten vinden. Die in de zomervakantie willen doorwerken. “Gelukkig hebben we met al die scholen genoeg enthousiaste leerkrachten die dit willen. Heel even heb ik overwogen om studenten in te laten vliegen die ervaring hebben met bijles, maar het heeft onze voorkeur dat er in elke klas een bevoegde docent staat. Met name vanwege de didactiek.”

Niet dat dat verplicht is. Het ministerie van Onderwijs stelt dat een inhaal- en ondersteuningsprogramma een voorziening is waar leerlingen onder verantwoordelijkheid van de eigen school onderwijs kunnen volgen. Bovendien is het de school die de subsidie voor de leerlingen aanvraagt. ‘Dat betekent dat de school aanspreekbaar is op de kwaliteit van het programma’, zo valt er op de site van de rijksoverheid te lezen. Ministers Arie Slob en Ingrid van Engelshoven hebben afspraken gemaakt met de Vereniging van Universiteiten en de Vereniging van Hogescholen over de inzet van studenten op zomerscholen.

Belangrijke voorwaarde

“En dat is precies waar ik mijn hart voor vasthoud”, vertelt Karin Hoogeveen, onderwijsadviseur en onderzoeker bij Sardes. “Een bevoegde en competente leraar voor de groep is een belangrijke voorwaarde voor opbrengsten bij leerlingen.”

Een bevoegde en competente leraar voor de groep is een belangrijke voorwaarde voor opbrengsten bij leerlingen

Sardes richtte in 2013 het landelijk netwerk zomerscholen op en inventariseerde hoeveel en welke zomerscholen er in Nederland waren. Eind 2017 deed Hoogeveen in opdracht van het ministerie onderzoek naar alle vormen van onderwijstijdverlenging die gemeenten en scholen inzetten om onderwijsachterstanden tegen te gaan. De zomerscholen ontstonden in 2011, via een landelijke pilot, toen er geld beschikbaar was gekomen voor zogenoemde leertijdverlenging.

Succesfactoren

"De meest bepalende succesfactoren zijn relatief kleine groepen, een sterke samenhang met het reguliere curriculum en competente, bevoegde leraren voor de groep”, stelt Hoogeveen. Door de scholensluiting tijdens de lockdown is er meer behoefte aan zomerscholen, ziet de onderzoeker, maar het is nu wel de vraag of er genoeg leraren beschikbaar en bereid zijn om deze taak op zich te nemen. “We horen van zomerscholen dat het lastiger wordt om leraren te vinden.” Hoogeveen vindt het heel goed dat er zo snel een regeling uit de grond is gestampt. “Maar ik vind het heel jammer dat er geen voorwaarden worden gesteld. Nu kunnen zomerscholen ook onbevoegden inschakelen. Of ouders van kinderen. Ik geloof wel dat iedereen goede bedoelingen heeft, maar uit de literatuur weten we gewoon goed wat wel en niet werkt.”

Geen heilige graal

En dan nog, zegt Sjerp van der Ploeg, moeten we de zomerschool niet als de heilige graal zien waar alle achterstand in no time weer mee is weggewerkt. Hij is onderwijsonderzoeker en maakte in opdracht van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek onlangs een literatuuroverzicht met al het onderzoek naar de effectiviteit en invulling van zomerscholen.

“De zomerschool is vaak gericht op het in korte tijd repareren”, zegt hij. Dat is in het voortgezet onderwijs heel concreet: de leerling staat een X aantal onvoldoendes, spijkert bij en gaat alsnog over. Zomerscholen in het primair onderwijs gaan volgens Van der Ploeg niet over overgaan of zittenblijven, maar zijn voor achterstandsleerlingen en gericht op het bijspijkeren van de basisvakken, vaak aangevuld met thema’s. “Daar wordt meer aan structurele dingen gewerkt. De variatie is groter.” De overeenkomst die alle zomerscholen hebben: de lessen vinden plaats in een relatief korte periode, van twee tot drie weken. “Terwijl we eigenlijk weten dat gespreid leren over langere periodes effectiever is”, zegt Van der Ploeg. “Het is dan ook wel goed dat het ministerie niet alleen maar zegt: Zet zomerscholen op. Het is één van de mogelijkheden.” Idealiter, zo zegt Van der Ploeg, wordt de lestijdverlenging doorgezet in de rest van het jaar, voor de leerlingen die het nodig hebben. “Gestructureerd, voor een langere tijd, bijvoorbeeld elke woensdagmiddag of zaterdagochtend. Dat werkt beter dan alles in tien dagen te proppen.”

We weten dat gespreid leren over langere periodes effectiever is

Aha-beleving

Kaatee ziet dat anders. “Naast het uitbreiden van kennis, kun je dat ene onderdeel waar een kind moeite mee heeft, echt aanpakken.” Een andere leerkracht, andere setting, andere uitleg kan volgens haar voor de aha-beleving zorgen.

Met koekjes bakken leer je geen spelling. Met bevoegde docenten wel

Ook Van der Ploeg benadrukt dat de zomerschool zeker niet nutteloos is. Sterker, hij noemt het “een heel erg goed en belangrijk begin”. Uit onderzoeken naar Amerikaanse, Engelse en Nederlandse zomerscholen in respectieveling 2000, 2005, 2006, 2014 en 2017 blijkt dat zomerscholen effectief zijn voor het inhalen van achterstanden. Er wordt door onderzoekers gesproken van ‘kleine positieve effecten’, met als voorwaarde dat de zomerscholen gericht zijn op leren (woordenschat, tekstbegrip, leesvaardigheid, rekenvaardigheid). “Ik zeg altijd: Met koekjes bakken leer je geen spelling”, zegt Marijke Kaatee. “Met bevoegde docenten wel.”