Algemeen

‘Belangrijke rol leraren bij subsidie voor corona-achterstanden’

Scholen voor basis-, voortgezet, speciaal en middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie krijgen subsidie voor programma's om corona-onderwijsachterstanden weg te werken. Leraren en docenten spelen een belangrijke rol bij het ontwerpen van die programma's. Subsidie voor de eerste tranche moet voor 21 juni zijn aangevraagd.

Tekst Webredactie - Rob Voorwinden - - 2 Minuten om te lezen

geld

Beeld: pixabay

In totaal is er bijna 250 miljoen euro subsidie beschikbaar voor het wegwerken van onderwijsachterstanden die zijn ontstaan door de coronacrisis. Met dit bedrag kunnen scholen programma’s opzetten om de opgelopen achterstanden van leerlingen en studenten aan te pakken.

Er is veel vrijheid bij het opzetten in invullen van deze programma’s. Elk programma zal, volgens de subsidieregels, gemiddeld ten minste 30 uur aan begeleiding of ondersteuning voor een leerling omvatten.

Als docenten buiten de reguliere schooltijden een inhaalprogramma uitvoeren, kunnen zij een passende financiële vergoeding ontvangen

Scholen beslissen zelf welke leerlingen de gelegenheid krijgen om aan het programma deel te nemen. ‘Het ligt voor de hand dat dit gebeurt op voordracht van de eigen leraren of de mentor’, schrijft het ministerie. ‘Zij hebben immers het best zicht op welke leerlingen baat zouden hebben bij een inhaal- en ondersteuningsprogramma, en op de benodigde inhoud en invulling van zo’n programma.’

900 euro

De subsidieregeling gaat uit van een bedrag van 900 euro per leerling. De subsidie mag worden aangevraagd voor maximaal 10 procent van de leerlingen, op achterstandsscholen geldt maximaal 20 procent van de leerlingen. In het mbo wordt bijna de helft van de subsidie verdeeld op basis van het aantal studenten uit een zogenoemd ‘armoedeprobleemcumulatiegebied’.

Salaris

De subsidie is bedoeld voor ‘alle kosten die redelijkerwijs gemaakt moeten worden voor het inhaal- en ondersteuningsprogramma’, zoals materiaalkosten, de huur van ruimtes en voor extra salariskosten. ‘De eigen leraren of docenten kunnen niet worden verplicht om buiten de reguliere schooltijden een inhaal- en ondersteuningsprogramma uit te voeren’, schrijft de rijksoverheid. ‘Indien zij hier wel toe bereid zijn en zij daarvoor een passende financiële vergoeding ontvangen, zijn dat op grond van deze regeling subsidiabele kosten.’

Zomerscholen

Er zijn drie tijdvakken waarbinnen de inhaal- en ondersteuningsprogramma's moeten worden aangeboden. Het eerste tijdvak is 1 juli tot en met 31 december, en is vooral bedoeld voor scholen die al bezig zijn met een programma dat gedeeltelijk in de zomervakantie valt – zoals zomerscholen. Aanvragen voor dit eerste tijdvak moeten voor 21 juni binnen zijn en kunnen hier worden ingediend.

Bij de aanvraag moet een omschrijving van maximaal 250 woorden worden gegeven van het programma

Scholen die een aanbod willen organiseren dat geheel na de zomervakantie valt, krijgen het advies om subsidie aan te vragen in het tweede tijdvak. Dit loopt van 1 oktober 2020 tot en met 31 augustus 2021. Aanvragen voor dit tijdvak kunnen worden ingediend van 18 augustus 2020 tot en met 15 september 2020. Indien er daarna nog budget beschikbaar is, komt er een derde tijdvak.

Plan

Voor het aanvragen van de subsidie hoeft volgens de rijksoverheid geen uitgebreid plan ingediend te worden. ‘Bij de aanvraag moet wel een korte omschrijving (maximaal 250 woorden) gegeven worden van de beoogde invulling van het programma.' Scholen mogen per termijn één aanvraag indienen.

Goede voorbeelden voor het voortgezet onderwijs zijn via de VO-raad hier te vinden.