Algemeen

‘Behoud professioneel statuut voor leraren’

Het professioneel statuut, waarin de professionele ruimte van de leraar wordt vastgelegd, moet niet worden geschrapt. Dat schrijven zeven organisaties – waaronder de AOb, CNV Onderwijs, het Lerarencollectief en Leraren in Actie - in een brief aan de Tweede Kamer.

Tekst Algemene Onderwijsbond - - Minder dan een minuut om te lezen

professioneel-statuut-crop

Beeld: Pixabay

De Kamer debatteert volgende week over de afschaffing van het lerarenregister. In dit register zouden leraren hun diploma’s en bijscholing gaan bijhouden, om te laten zien dat ze voldoen aan de eisen voor het beroep van leraar. Het register oogstte veel kritiek, al vanaf de introductie door de – inmiddels opgeheven – Onderwijscoöperatie. Het register kwam nooit echt breed van de grond, en zal naar alle waarschijnlijkheid weer worden afgeschaft.

Het afschaffen van het statuut maakt de leraar afhankelijk van anderen om zijn beroep te kunnen uitoefenen

Met die afschaffing dreigen echter ook de bepalingen over het professioneel statuut te worden geschrapt. En daar zijn de zeven organisaties tegen. “De leraar heeft een centrale rol in het onderwijs”, zegt AOb-voorzitter Tamar van Gelder. “In de praktijk kan een leraar die rol alleen waarmaken als hij voldoende zeggenschap heeft over zijn of haar onderwijs.”

Lesstof

In het professioneel statuut worden daarom afspraken gemaakt over het respecteren van de professionele ruimte van de leraar. Het regelt de zeggenschap van leraren over de inhoud van de lesstof, over de middelen die daarbij worden gebruikt, over hoe de lesstof wordt aangeboden en over bijvoorbeeld de pedagogisch-didactische aanpak.

Afhankelijk

Om te zorgen dat een leraar ook daadwerkelijk voldoende professionele ruimte heeft, schrijft de wet voor dat elke school of instelling een professioneel statuut moet hebben. “Het afschaffen van deze bepaling maakt de leraar afhankelijk van andere partijen om zijn beroep op een goede manier te kunnen uitoefenen”, zegt Van Gelder. “We roepen de Tweede Kamer daarom op om de bepalingen die het professioneel statuut aangaan te handhaven.”