Algemeen

Beheersing Engels stokt op basisscholen

Achtstegroepers zijn in 2018 niet beter geworden in het vak Engels vergeleken met 2012. De prestaties voor woordenschat en spreken bleven gelijk. Bij de onderdelen luisteren en lezen namen de prestaties licht af. Dat blijkt uit onderzoek dat de Onderwijsinspectie eens in de zes jaar houdt.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

english-language

Beeld: Pixabay

De onderzoekers gebruikten de zes taalniveaus -A1, A2, B1, B2, C1 en C2- van het Europees Referentiekader om de beheersing van de taal uit te drukken. A1 staat voor een ‘beginnende gebruiker’, het laagste niveau en C2 voor een ‘vaardige gebruiker’, voor het hoogste niveau. In totaal deden 2088 leerlingen van 95 basisscholen mee aan het onderzoek.

Beheersing

Ruim tweederde van de leerlingen in groep 8 haalt voor gespreksvaardigheid minimaal het niveau van een beginnende gebruiker. 31 procent haalt dit basale beginnersniveau niet en 9 procent van de achtstegroepers haalt voor spreken juist het hogere B1-niveau. Voor luisteren en lezen scoren leerlingen gemiddeld op A2-niveau. Volgens de onderzoekers verschillen deze prestaties niet met het onderzoek dat zes jaar eerder is uitgevoerd. Wel is de durf om Engels te praten bij leerlingen iets toegenomen vergeleken met 2012.

Het enige verschil met 2012 is dat de durf bij leerlingen om in het Engels te praten wat is toegenomen

Verschillen

In het voorwoord benadrukt inspecteur-generaal Monique Vogelzang vooral de uiteenlopende niveaus tussen basisschoolleerlingen bij het vak Engels. Dat die verschillen er zijn komt doordat er voor het vak Engels geen gemeenschappelijke doelen zijn vastgelegd in de wet. Vogelzang pleit ervoor om dit wel te gaan doen.

Het valt op dat er weinig verandering zit in de prestaties bij leerlingen, terwijl er meer scholen zijn die Engels geven vanaf groep 1. Dit zijn scholen die vroeg vreemdetalenonderwijs aanbieden (vvto). Reguliere basisscholen geven pas vanaf groep 7 het vak Engels. In het onderzoek geeft directeur Paul Groot van de Enschedese Schoolvereniging aan: ‘Ik had verwacht dat de toename van het aantal vvto-scholen en de aandacht voor vvto zou hebben geleid tot een stijging in de prestaties.’

De onderzoekers vinden het minder ‘verrassend’. De verschillen in prestaties hangen vooral samen met het gebruik van specifieke lesmethodes, het schooladvies van de leerlingen, de aanstelling van een Engels-coördinator en de ervaring van leerkrachten met het vak. Het kenmerk dat het verschil tussen vvto-scholen en reguliere basisscholen het meest typeert, namelijk de hoeveelheid onderwijstijd die scholen aan Engels besteden, hangt niet samen met de prestatieverschillen tussen leerlingen, aldus de onderzoekers.

Leerkrachten

Naast de leerlingprestaties nam de inspectie de leerkrachten onder de loep. Veel leraren krijgen geen ondersteuning voor het vak Engels, zo blijkt. Dat is bij de helft van de scholen het geval. Het gaat dan om een tekort aan scholing, specifieke lesmethodes en budget. Een deel van docenten is niet overtuigd dat ze voldoen aan het vereiste niveau voor het geven van Engels op de basisschool. Het niveau B2 is nodig om voor een klas les te geven, maar een derde van de leraren denkt dit niveau voor luisteren en lezen niet te halen. Bij spreken gaat het om een nog groter deel van de docenten: daar denkt de helft het vereiste niveau niet te halen.

Ontevreden

Docenten geven dan ook aan ontevreden te zijn over de pabo. Het vak Engels is een verplichte module op de pabo-opleiding, in 2018 was 80 procent van de leraren niet tevreden over de inhoud en de omvang van dit vak. Leerkracht en adjunct-directeur Elsbeth Poot zegt in het onderzoek: ‘Je bent startbekwaam, wat betekent dat je nog ongelooflijk veel moet leren. Je ziet nu dat vvto-scholen meer investeren in de leerkracht als het gaat om Engels. Zij raken daardoor beter gekwalificeerd.’