PO
VO

Autonomie staat onder druk

De vrijheid om je werk op eigen wijze te kunnen doen, staat op veel scholen onder druk. Personeel in het onderwijs heeft het gevoel vooral veel te moeten in plaats van te mogen. Twee leraren aan het woord over wat autonomie voor hen betekent.

Tekst Daniëlla van 't Erve - redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

samen-maken-autonomie2
Autonomie is voor mij de vrijheid om samen met de kinderen ergens uit te komen wat ik ’s morgens op de fiets nog niet had kunnen bedenken. Die verrassing is totaal weg

Sylvia Versteeg: "Ik kan mijn eigenheid niet meer kwijt in mijn werk" Beeld: Rob Niemantsverdriet

Sylvia Versteeg heeft een achtergrond in de gehandicaptenzorg, rondde in 2001 de pabo in deeltijd af en werkt sindsdien als leerkracht. Eerst als invaller, daarna twaalf jaar vast op één school en de afgelopen jaren heeft ze op verschillende scholen van het bestuur gewerkt.

“In het unit-onderwijs, waarbij leerlingen van instructie naar instructie lopen en tussendoor zelfstandig werken op leerpleinen, ervaar ik totaal geen autonomie. Met de kinderen spontaan, in het moment verhalend onderwijs maken, vind ik het mooiste wat er is, maar dat kan niet meer. Ik loop met een soort bijbel waarin staat wat ik elke 30 minuten moet doen: telkens dezelfde lesjes, totaal uit het verhaal. Alles en iedereen heeft al voor mij gedacht, en als ik zelf iets wil, moet het eerst overlegd worden.

Ik kan er mijn eigenheid niet meer in kwijt. Ik mis het om creatief verder te borduren als kinderen vragen hebben; dat we spontaan naar buiten kunnen om iets te onderzoeken of een verdiepend spel gaan spelen om iets te oefenen. Maar ik kan niet zomaar afwijken, want dan sluit de les van de volgende leerkracht er niet meer op aan.

Het systeem past gewoon niet bij mij. Met name veel jonge collega’s en mensen die van management houden, zweren hierbij. Zij zien vooral voordelen: je werkt meer samen, ontwerpt samen lessen, deelt verantwoordelijkheden en hoeft niet meer alle vakken te geven. Maar ik houd juist van diversiteit en het spel tussen enerzijds de verschillende talenten van kinderen en anderzijds de samenhang tussen de vakken en ieders aansluiting daarop.

Daarnaast heb ik de kinderen en hun behoeften niet meer goed in beeld. Ik mis het groepsgevoel, waarbij ik de kinderen continu zie en zij mij. Autonomie is voor mij de vrijheid om samen met de kinderen ergens uit te komen wat ik ’s morgens op de fiets nog niet had kunnen bedenken. Die verrassing is totaal weg.”

 

Autonomie zie ik graag als iets gezamenlijks. Samen kiezen wat en hoe we iets gaan aanpakken, zorgt niet alleen voor minder werkdruk, maar vooral ook voor beter onderwijs dat door een heel team gedragen wordt

Petra Holtkamp: 'Door leraren te bevragen in plaats van iets op te leggen, neem je ze serieus.' Beeld: Rob Niemantsverdriet

Petra Holtkamp maakte twaalf jaar geleden de overstap vanuit de muziekbranche naar het onderwijs. Na veel tijdelijke contracten op verschillende scholen, van vmbo tot roc, heeft ze sinds vijf jaar een vaste aanstelling. Ze werkt als docent Engels op een school voor mavo, havo en vwo.

“Voor mij is een docent autonoom als hij gezien wordt als de expert die weet wat hij doet en wat nodig is om het onderwijs te verbeteren. Meestal gaat het andersom: de directie wil iets veranderen en vliegt daar ongevraagd een expert van buiten voor in. Het malle is dat dat meestal een andere docent is, die zijn eigen bedrijf is gestart. Hoe goed de bedoeling van de directie ook is, dit komt toch paternalistisch over, alsof we als docenten zelf niets weten.

Een onderwerp als formatief handelen komt op de lerarenopleiding bijvoorbeeld uitgebreid aan de orde. Kijk dus eerst eens wat je in huis hebt aan expertise en bepaal samen welke onderwerpen prioriteit hebben. Wat gaan we niet doen, wat juist wel en wanneer is dat geslaagd? Door steeds mee te gaan met elke werkgroep, adviseur of coach die wat nieuws bedenkt, werken we onszelf over de kop.

Het kan veel simpeler. Door leraren te bevragen in plaats van iets op te leggen, neem je ze serieus. Ze haken anders af. Het levert ook situaties op waarin iedereen op zijn eigen manier invulling geeft aan onderwijsvernieuwing. Autonomie zie ik dan ook graag als iets gezamenlijks. Samen kiezen wat en hoe we iets gaan aanpakken, zorgt niet alleen voor minder werkdruk, maar vooral ook voor beter onderwijs dat door een heel team gedragen wordt.”

Hoeveel vrijheid ervaar jij in je werk? De redactie van het Onderwijsblad probeert een goed beeld te vormen van hoe het staat met de autonomie in het onderwijs. Help mee en deel jouw verhaal op: www.aob.nl/autonomie

Verder lezen in dossier: