Algemeen

AOb: Onderwijsverslag toont noodzaak van mega-investering in het onderwijs

Ook het vandaag verschenen jaarverslag van de Onderwijsinspectie laat zien dat het hoog tijd is voor extra investeringen. 'Het niveau van het Nederlandse onderwijs dreigt weg te zakken als het komende kabinet de boel op zijn beloop laat,' stelt AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen vast.

Tekst Thijs den Otter - Persvoorlichter - - 3 Minuten om te lezen

De inspectie waarschuwt onder meer voor de gevolgen van het lerarentekort. Kortweg stelt de kwaliteitsbewaker vast dat je voor goed onderwijs voldoende goede leraren nodig hebt. De bescheiden aanwas bij vooral de pabo's baart dan ook zorgen. 'Willen we het tij keren op dat punt, dan kan dat alleen als politiek Den Haag besluit diep in de buidel te tasten', aldus Verheggen.

Overladen

Niet voor niets ligt er bij de informateur en alle fractievoorzitters van de Tweede Kamer een brief van de AOb waarin we uiteenzetten dat onze sector structureel zo'n zes miljard euro extra nodig heeft. Verheggen: 'Wie een fatsoenlijk personeelsbestand wil, moet een goed salaris bieden en zorgen dat de werkweek niet wordt overladen met taken. Op dit moment scoort onze sector op deze facetten een onvoldoende: de salarissen kunnen niet concurreren met andere sectoren en met de werkdruk loopt het de spuigaten uit. De klassen zijn te groot en te complex en de administratieve last is te zwaar door allerlei onzinnige verantwoordingseisen. Dat moet anders en ja: dat vraagt om een investering.'

Ook het dalende rekenniveau wijt Verheggen aan de huidige malaise: 'In het basisonderwijs is het werk complexer geworden door passend onderwijs en tegelijkertijd worden de personeelskamers leger omdat de sector niet aantrekkelijk genoeg is voor studiekiezers. Dat gaat ten koste van de kwaliteit.

In het voortgezet onderwijs is het probleem niet veel minder: daar looft men premies uit van tienduizend euro om een wiskundedocent te werven. Dat is natuurlijk een bizarre uitschieter, maar feit is dat we al jaren met elkaar roepen dat er te weinig wiskundedocenten zijn. Dat worden er nog veel minder, want een groot deel gaat de komende tijd met pensioen. Tegelijkertijd investeert het rijk te weinig om dat probleem te tackelen. En dus wordt het niveau van Nederlandse scholieren minder. Doodzonde, want we waren op dit punt wereldtop. Dat plusje zijn we kwijt als het gaat om de concurrentiepositie van onze economie.'

Punt maken

Verheggen benadrukt dat de AOb er in de afgelopen jaren bij iedere gelegenheid een punt heeft gemaakt van de donderwolken aan de horizon. Met wisselend succes: 'Passend onderwijs zorgt nu voor problemen omdat het over de scholen is uitgestort, maar het had weinig gescheeld of de invoering van dat systeem was gepaard gegaan met een forse bezuiniging. Die korting trof scholieren met een zorgvraag en dat leidde tot veel verontwaardiging, maar er was een megastaking en een kabinetscrisis voor nodig om de korting van 300 miljoen euro van tafel te krijgen.'

Acties voor betere arbeidsvoorwaarden voerde de AOb ook. 'Maar die geven ouders en politici minder snel een gevoel van urgentie. We hebben ons fel verzet tegen de nullijn en voorstellen om de arbeidsvoorwaarden te versoberen, maar waren de afgelopen jaren roepende in de woestijn.'

Het ministerie van Onderwijs onderhandelde met de werkgeversorganisaties over de budgetten en wij mochten met de werkgevers gaan soebatten over een budget waar nauwelijks iets te halen viel.

'Het is met de huidige onrust in het primair onderwijs eigenlijk voor het eerst dat ook de werkgevers zeggen dat het zo niet langer gaat. Daar zijn we blij mee, al is het rijkelijk laat. Ieder kind verdient goed onderwijs, ongeacht de school die hij bezoekt. Dat betekent dat iedere school voldoende budget en geschoold personeel moet hebben om optimaal voorbereide lessen te bieden. Door achterstallig onderhoud vergt het een miljardenoperatie om boven Jan te komen. Om een cliché van stal te halen: onderwijs is geen kostenpost maar een diepte-investering.'