Algemeen

AOb: Extra geld van OCW nodig voor afschaffen LA-schaal

De lage salarissen van basisschoolleraren zijn de schuld van de bonden en de werkgevers. Die hebben aan de cao-tafel niet gezorgd dat het functiewaarderingssysteem werd aangepast, zo schreef het Algemeen Dagblad. De AOb onderschrijft dit niet. "De gedachte lijkt te zijn dat sociale partners met een eenvoudige aanpassing in de techniek de LA-salarisschaal hadden kunnen afschaffen. Zonder extra geld is dat een papieren scenario."

Tekst Algemene Onderwijsbond - - 3 Minuten om te lezen

clipboard01

Beeld: Typetank

Het Algemeen Dagblad heeft via de Wet openbaarheid van bestuur een onderzoek opgevraagd van specialist Hans Overduin over de waarderingen in het onderwijs. De onderzoeker noemt het vreemd dat de bonden het niet voor elkaar hebben gekregen om het nieuwe functiewaarderingssysteem – waarbij leraren meer kunnen doorgroeien en meer salaris krijgen- te verplichten. Scholen gebruiken daarom vaak nog het oude systeem waarbij leraren niet goed kunnen doorgroeien in salaris.

Financiële ruimte

De AOb laat weten dat salarisschaal LA afschaffen in het primair onderwijs door een technische aanpassing geen optie was. "Dat vroeg om financiële ruimte die opeenvolgende kabinetten –ondanks lobby van de AOb- niet hebben gegeven", zegt de AOb-woordvoerder.

"Het is een papieren scenario dat de bonden en sociale partners de LA-schaal al hadden kunnen afschaffen. Geen enkele cao-tafel zal een dergelijke ongedekte cheque voor zijn verantwoording kunnen nemen. Immers het gros van de 92 duizend leraren in het primair onderwijs zit in deze LA-salarisschaal. De sector heeft er de middelen domweg niet voor. De AOb verwijten dat er een fors salarisverschil bestaat tussen het primair en voortgezet onderwijs is zoiets als Greenpeace de schuld geven van het feit dat er nog steeds kerncentrales zijn: we proberen er met man en macht iets aan te doen, maar het is echt voor het eerst in jaren dat er een breed maatschappelijk draagvlak voor is."

De AOb verwijten dat er een fors salarisverschil bestaat tussen het primair en voortgezet onderwijs is zoiets als Greenpeace de schuld geven van het feit dat er nog steeds kerncentrales zijn.

Wel lobbyde de AOb constant voor meer geld om de salarissen te verbeteren. Die lobby had ook succes. Het Convenant Leerkracht is daar een voorbeeld van. Het convenant dat sinds 2007 in opbouw is, zorgde in eerste instantie voor 1,2 miljard euro extra aan onderwijssalarissen. "Als de door opeenvolgende kabinetten opgelegde nullijn op salaris voor overheidspersoneel geen roet in het eten had gegooid, waren de lonen in ieder geval een stuk dichterbij het gewenste niveau gekomen", zegt de woordvoerder.

Doorstroming hogere salarisschaal

De afspraak in het convenant was bijvoorbeeld dat 40 procent van de basisschoolleraren in 2015 in de hogere loonschaal LB zouden zitten. "Dat is bij lange na niet gelukt en is ons een doorn in het oog", aldus de woordvoerder. "De doorstroming naar hogere functies stokte doordat het primair onderwijs te maken had met de gevolgen van de nullijn en daarnaast kampt met een bekostigingsmodel dat onvoldoende dekking biedt voor materiële kosten." De nullijn heeft de AOb nooit aanvaard. "We lobbyden altijd voor meer financiële armslag, maar tijdens de economische crisis kregen we daar geen breed maatschappelijk draagvlak voor." Het is voor het eerst dat de AOb nu samen met de werkgevers dit geluid kan laten horen. Dat de PO-raad dit nu wel doet juicht de bond toe, maar is echt een nieuw fenomeen.

Het advies van onderzoeker Verduin leest de AOb vooral als een steun in de rug om docentenfuncties beter te waarderen en vast te leggen. Door bijvoorbeeld passend onderwijs hebben leraren er meer verantwoordelijkheden bij gekregen, hoog tijd om nu de beloning daaraan aan te passen.