Algemeen

‘Al het onderwijs moet openbaar zijn’

Het is tijd om de identiteit van het openbaar onderwijs stevig voor het voetlicht te brengen, zegt Hans de Vries, de nieuwe voorzitter van de Groep Openbaar Onderwijs en de Groep Algemeen Bijzonder Onderwijs van de AOb.

Tekst Ad Moerman - redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

iphone-0031654632549mailrobniemantsverdriet-nl-13

Beeld: Rob Niemantsverdriet

M et jeugdige onbezonnenheid er tegenaan?
“Aan bevlogenheid voor het openbaar onderwijs ontbreekt het mij beslist niet. Alle onderwijs in Nederland zou openbaar moeten zijn: toegankelijk voor iedereen onder de hoede van het democratisch bestuur. Wat mij betreft eindigt mijn exercitie komend voorjaar met de conclusie dat de AOb van Artikel 23 af wil.”

Succes!
“Dank je. Denk niet dat het gaat lukken, want we hebben ook Bonaventura en de CVHO in huis, de groepen voor katholieken en protestanten die wel veel waarde hechten aan het artikel. Maar het is goed om die discussie weer eens goed en stevig te voeren met elkaar. Om onze eigen identiteit te kunnen benadrukken.”

De Renaissance van de schoolstrijd?
“Prima toch. Maar wel met respect voor elkaar. Het openbaar onderwijs zou meer aandacht moeten geven aan de diversiteit in levensbeschouwingen. Het bijzondere onderwijs gaat te veel uit van de eigen levensbeschouwing. Ik verwacht hierover levendige discussies als we in het voorjaar afsluitend een grote AOb-identiteitsconferentie organiseren.”

Afsluitend?
“Dezer dagen verspreiden we vragenlijsten onder de leden over het onderwerp identiteit. Ook houden we regiobijeenkomsten in elk AOb-rayon om te praten over de identiteit van het openbaar onderwijs. Tot slot is er de grote conferentie. Met hopelijk een stevige conclusie, maar dat is puur mijn persoonlijke wens. Als voorzitter ben ik genuanceerder.”

Waar heeft de AOb je gevonden?
“Als mavo-klantje kon ik steeds doorleren. Eerst sociale academie, daarna sociologie en informatievoorziening. Inmiddels werk ik als onderzoeker aan de Saxion-hogescholen in het oosten des lands. Ik vind dat iedereen de kans moet hebben om studies te stapelen en daarmee verder te komen. Uit die bevlogenheid bezocht ik allerlei bijeenkomsten. En zo kwam ik in beeld bij de AOb. Toen bleek dat ik al meer dan 25 jaar lid was, kwam de vraag of ik niet wat extra’s wilde doen.”

Daar heb je wel tijd voor?
“Ik werk voor 70 procent bij de baas. Een bewuste keuze om naast mijn werk ook dingen te kunnen doen die me na aan het hart liggen. Dat is nu dus het openbaar onderwijs. Dat Artikel 23 steekt mij, waarom zitten we daar toch zo in vastgeroest? Daar doe ik al een paar jaar onderzoek naar. Als ‘vrije denker’ kan ik geen promotor van dat artikel zijn. Integendeel.”

Maar hoe moeten we het onderwijs dan organiseren?
“Nu zijn er molochs van stichtingen ontstaan waar de democratie, de ouders en het personeel niet al te veel invloed op hebben. Dure almachtige bestuurslagen. De macht zou weer terug moeten naar democratisch gekozen bestuur, de docenten en naar ouders. Daarvoor leent de verenigingsvorm zich beter dan de ongrijpbare stichtingsvorm. En alle scholen kunnen dan meteen openbaar en divers worden. Ik zeg weleens: ‘het enige verschil tussen openbaar en bijzonder is het vak wiskunde’. Geintje, want één en één is natuurlijk overal en altijd twee. Of je nu bijzonder bent of openbaar.”