Algemeen

Afkomst telt mee bij schooladviezen in Limburg

Dezelfde score op de eindtoets, maar wel een ander schooladvies. Uit onderzoek van de Universiteit Maastricht in verschillende Limburgse regio's blijkt dat afkomst meetelt in de adviezen. “We zien dat er hoger wordt geadviseerd als ouders hoogopgeleid zijn”, zegt onderzoeker Ron Diris.

Tekst karen hagen - redactie onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

kansenongelijkheid

Beeld: Typetank

Voor zijn onderzoek keek Diris naar de schooladviezen en eindtoetsscores van achtstegroepers uit heel Limburg. Hij nam de data van zo’n 90 procent van de leerlingen onder de loep vanaf 2015. Dat was het jaar dat het schooladvies van de leerkrachten leidend werd voor het bepalen van het vervolgniveau op de middelbare school.

Hogere adviezen

“We hebben de provincie Limburg verdeeld in vijf delen”, zegt Diris. “Noord-Limburg, Midden-Limburg en het zuiden opgedeeld in Parkstad, Maastricht-Heuvelland en Sittard-Geleen, omdat hier de meeste mensen wonen.” Na een analyse van de cijfers blijkt dat achtstegroepers in Maastricht-Heuvelland een hoger schooladvies krijgen.

“Als je kijkt naar de eindscore van 545/546, wat randje vwo-advies is, dan zie je dat 56 procent van de leerlingen in Maastricht-Heuvelland dan een vwo-advies krijgt. Leerlingen in Parkstad of Noord-Limburg krijgen minder vaak dat advies: in 45 procent van de gevallen. Ook in Midden-Limburg worden meer vwo-adviezen gegeven dan je op basis van de toetsscores zou verwachten.”, zegt Diris. “Kennelijk zijn er deels impliciete vooroordelen en maken leraren zich zorgen of leerlingen wel voldoende begeleiding krijgen van hun ouders.”

Kennelijk zijn er deels impliciete vooroordelen en maken leraren zich zorgen of leerlingen wel voldoende begeleiding krijgen van hun ouders

Bij havo-adviezen is eenzelfde verschil te zien: de helft van de leerlingen in Parkstad krijgt een havo-advies als hun score op het randje is, terwijl 64 procent van de leerlingen in Maastricht-Heuvelland dan naar de havo mag.

Afkomst

Afkomst is één van de oorzaken van de verschillen, concludeert Diris. “Als we de cijfers corrigeren voor de opleiding van de ouders dan verdwijnt het verschil vrijwel helemaal. Leerlingen met hoogopgeleide ouders in Parkstad worden niet anders geadviseerd dan leerlingen met hoogopgeleide ouders in Maastricht-Heuvelland”, zegt de onderzoeker.

Het verschil binnen de regio’s ontstaat dan ook omdat er meer hoogopgeleide ouders in Maastricht-Heuvelland wonen dan in Parkstad. Toch worden er in Midden-Limburg ook hogere adviezen gegeven en verklaart de achtergrond van de ouders niet het verschil. “Het is lastig om hier de vinger op te leggen, maar het kan zijn dat het een bewuste keuze is van scholengroepen om bij twijfel een hoger advies te geven aan leerlingen zodat ze het kunnen proberen.”

Diris vindt dat er sprake is van kansenongelijkheid. “Leerlingen die dezelfde prestaties halen krijgen toch een ander advies. We weten uit landelijke onderzoeken dat dit voorkomt, maar voor Limburg waren er geen concrete cijfers. Die zijn er nu wel.” Eerder alarmeerde de Onderwijsinspectie in de Staat van het Onderwijs al voor een toenemende kansenongelijkheid waarbij leerlingen met dezelfde prestaties op verschillende niveaus terechtkwamen.

Toets direct na advies

Afgelopen weekend maakte Onderwijsminister Slob bekend dat hij een wetsvoorstel heeft ingediend waarin achtstegroepers voortaan de eindtoets direct na het schooladvies gaan maken. Het advies van de leraar blijft daarbij bepalend en de volgorde blijft hetzelfde, alleen wil Slob zo voorkomen dat leerlingen op toetstraining worden gezet als het schooladvies tegenvalt. Nu maken leerlingen pas in april of mei de eindtoets en geeft de docent voor 1 maart een advies.