Voortgezet Onderwijs

Alles over de cao voortgezet onderwijs

Een loonsverhoging die in twee stappen oploopt tot 5,8 procent, een betere reiskostenvergoeding, een uitbreiding van de oktobertoelage en de mogelijkheid om uren in te zetten voor het aflossen van studieschuld. Dat zijn enkele belangrijke punten uit het onderhandelaarsakkoord voor de cao voortgezet onderwijs, dat vakbonden en werkgevers begin november 2025 hebben afgesloten.

De cao-partijen leggen op dit moment het onderhandelaarsakkoord voor aan de achterbannen. In het voortgezet onderwijs kunnen leden tot en met 20 november stemmen in een online peiling. Eind november volgt de uitslag. Bij instemming is de cao definitief. 

De looptijd van de nieuwe cao is 16 maanden: van 1 november 2025 tot 1 maart 2027. 

De belangrijkste afspraken uit het cao-akkoord 2025-2027

AOb-onderhandelaar Kim van Strien licht het onderhandelaarsakkoord toe in dit nieuwsbericht. De cao loopt -net als de cao primair onderwijs - tot 1 maart 2027. 

De cao-afspraken over scholing

Jaarlijks gaat tien procent van de personele bekostiging naar professionalisering in tijd en geld. Als docent op een middelbare school heb je recht op ten minste 83 klokuren en mag je zelf beslissen hoe die uren worden ingezet. Zowel docenten als onderwijsondersteunend personeel krijgen een budget van 600 euro per jaar voor scholing. Onderwijsondersteuners hebben een basisrecht van 40 klokuren. Dit kan worden opgehoogd met 43 uur wanneer hier een professionaliseringsplan voor is gemaakt. Opgedragen scholing door de werkgever wordt volledig vergoed in tijd en geld.

"Een nette loonsverhoging waarmee we de inflatie bijhouden."

Onderhandelaar en AOb-bestuurder voortgezet onderwijs Kim van Strien

Veelgestelde vragen

De verlaging moet zorgen voor werkdrukverlichting. Het kan zo zijn dat er met de afspraak uren 'vrijvallen'. De AOb wil benadrukken dat het nadrukkelijk niet de bedoeling is dat medewerkers extra taken hiervoor krijgen. Het doel is: werkdrukverlichting.

Uren die vrijkomen moeten werknemers kunnen besteden aan bijvoorbeeld:

  • Meer tijd voor voor-en nawerk
  • Professionalisering 
  • Meer uren voor taken die er al zijn

Als je hier op school al goede afspraken over hebt gemaakt, kunnen die blijven gelden. Hierover maak je op schoolniveau afspraken binnen het taakbeleid, in navolging van het professionele gesprek over werkdruk en taakbeleid. Een eventueel nieuw taakbeleid moet altijd door tweederde van het personeel worden geaccordeerd.

De cao-partijen vragen alle scholen om het taakbeleid te herzien en waar nodig aan te passen, met als doel de werkdruk te verlichten. Om de professionele dialoog over het taakbeleid te ondersteunen, is een raamwerk ontwikkeld. Dit raamwerk vind je op de site van arbeidsmarktplaform Voion. Meer toelichting? Meld je aan voor een van de regionale bijeenkomsten die vanaf half januari 2026 plaatsvinden. 

Hierover moet je met je leidinggevende afspraken maken. Net als bij andere bestedingsdoelen geldt dat instemming van beide partijen nodig is. Het recht om de 50 klokuren basisbudget voor de seniorenregeling te gebruiken blijft bestaan.

Ja, de cao-tekst geeft hiervoor ruimte om hier in overleg met de werkgever afspraken over te maken. Het initiatief ligt bij de werknemers. Een vooraf ingediend duidelijk plan: sabbatical, mantelzorg, studiereis of een ander doel dat past bij de levensfase helpt hierbij. De volledige 90 uur (de 50 uur persoonlijk budget die iedereen al had en de 40 extra uren voor taakverlichting uit de nieuwste cao) kan hiervoor worden ingezet.

In artikel 16.5 van de cao voortgezet onderwijs staat dat elke leraar en ondersteuner per schooljaar recht heeft op 600 euro voor ‘alle vormen van’ deskundigheidsbevordering en professionalisering. Het is goed om te weten dat er veel valt onder deze termen en dat je verder moet denken dan alleen professionalisering op school. Jij mag zelf als werknemer bepalen waar je het budget voor inzet. De keuze mag niet worden beperkt tot het belang van de functie of de school. AOb-sectorbestuurder Herman Molleman geeft een voorbeeld: een wiskundedocent kan met dit geld bijvoorbeeld een abonnement op een prijzig wetenschappelijk tijdschrift nemen met apps en boeken erbij. De inzet van het budget is ieder jaar onderwerp van gesprek met de leidinggevende.

Het verschilt per functie wat er gebeurt met het vakantieverlof.

Functiecategorie directie en leraren:
Indien je in een schooljaar (de periode van 1 augustus van het ene jaar tot 1 augustus van het volgende jaar) twintig dagen vakantieverlof (deeltijders naar rato) hebt genoten, dan komen de resterende vakantiedagen te vervallen.

Functiecategorie onderwijsondersteunend personeel
Gedurende het ziekteverlof maak je aanspraak op het wettelijk vakantieverlof (art. 15.3 lid 1 cao-vo) over het tijdvak van de laatste 24 maanden en op het bovenwettelijk vakantieverlof (art. 15.3 lid 2) over de laatste 6 maanden dat je arbeidsongeschikt bent. Indien je in de vakantie tijdelijk vrijgesteld wilt worden van de re-integratie verplichtingen, dan moet je hiervoor vakantieverlof opnemen (art. 15.3 lid 4 cao-vo).

Een leraar heeft per schooljaar recht op 83 klokuren en 600 euro voor deskundigheidsbevordering en professionaliseringsactiviteiten. Voor een onderwijsondersteuner geldt veertig klokuren en ook 600 euro. Het basisrecht in tijd en geld wordt berekend naar rato van de betrekkingsomvang. Je kunt zelf beslissen hoe je het budget inzet. Indien je geen gebruikmaakt van het basisrecht gedurende het schooljaar waarin het recht is toegekend, komt het te vervallen.

In de nieuwe cao 2022-2023 is afgesproken dat leraren een extra budget van 16 uur krijgen voor professionalisering (bij een voltijdbaan). Dit komt bovenop de 83 uur. Deze 16 uur moet vooral besteed worden aan scholing voor de basisvaardigheden en curriculumherziening.

Als startende leraar heb je recht op een reductie van je lesgevende taak met 20 procent gedurende het eerste jaar en 10 procent gedurende het tweede jaar van de aanstelling.

Onder een startende leraar wordt verstaan de werknemer met een eerste reguliere aanstelling in een leraarsfunctie, ongeacht de omvang van de betrekking. De lesreductie heeft betrekking op de in het taakbeleid van de betrokken school vastgelegde lestaak bij een vergelijkbare aanstelling.

Haal je een jubileum in het po, vo, mbo of hbo, dan ontvang je een gratificatie. Dat is in de cao vastgelegd en geldt dus voor alle werknemers. AOb-medewerker Jelte Klerk van het Informatie en Adviescentrum: “Bij 25 jaar in dienst gaat het om een half bruto-maandsalaris verhoogd met vakantietoeslag. Bij 40 of 50 jaar krijgen jubilarissen een heel bruto-maandsalaris.” 

Lees ook het hele artikel over jubilea in het onderwijs met daarin cruciale tips. 

Veelgestelde vragen over stages en stagevergoedingen

Het bedrag dat je als stagiair aan stagevergoeding ontvangt, verschilt per leerjaar. Dit zijn de bedragen per leerjaar: 

Leerjaar 1 Geen stagevergoeding. In het eerste jaar zijn stages vaak korte snuffel- of oriëntatiestages. 
Leerjaar 2  € 100 per maand*
Leerjaar 3  € 250 per maand*
Leerjaar 4  € 400 per maand*

*Dit zijn bruto bedragen. Je krijgt dit bedrag als je twee dagen per week stage loopt. Als je meer of minder dan twee dagen per week stage loopt, krijg je een ander bedrag. Dat bedrag is in verhouding met het bedrag voor een stage van twee dagen.

Per 1 augustus 2025 gaan de nieuwe regels in. Ze gelden voor stagiairs van alle opleidingen vanuit het mbo, hbo (inclusief kopopleidingen) en de universiteit.

Een stagiair is een student die stage loopt bij een school als deel van zijn opleiding. Leren is hierbij het belangrijkst. 

Afspraken over de stage leggen de school en de stagiair vast in een stageovereenkomst.

Een stagiair is een student die stage loopt als onderdeel van de opleiding tot docent. Bij een stage spreken de school en de student een stageovereenkomst af.

Snuffel- en oriëntatiestages vallen niet onder deze regeling voor stagevergoedingen. Deze stages zijn vaak kort. De school en student hebben voor deze stages geen stageovereenkomst. 

  • Leraren in opleiding (lio) zijn studenten van de lerarenopleiding die volgens de wet voor een bepaalde tijd als leraar mogen werken in het vak waarvoor ze studeren. Ook al hebben ze nog geen bevoegdheid om les te geven. Deze leraren krijgen een leerarbeidsovereenkomst. Leren en werken zijn zijn in deze overeenkomst even belangrijk. Dit is anders dan bij stagiaires die een stageovereenkomst hebben.

    Een lio mag zelfstandig lesgeven, omdat hij/zij als leraar is benoemd. De stagiair geeft les onder verantwoordelijkheid van een bevoegde docent.

  • Onbevoegde docenten die volgens artikel 9.4 van de cao vo voor maximaal twee jaar als leraar worden aangesteld, zijn vaak zij-instromers. Zij geven zelfstandig les en volgen daarnaast een opleiding tot leraar. Ze lopen dus geen stage, maar werken via een dienstverband.

  • Snuffel- of oriëntatiestages vallen niet onder het cao-artikel (artikel 13.5) voor stagevergoedingen. Deze stages duren een korte tijd. Ze zijn bedoeld om te onderzoeken of het beroep van docent iets voor de stagiair is. Met deze student wordt geen stageovereenkomst gemaakt en er wordt geen stagevergoeding betaald.

Het gebeurt soms dat een student een vaste medewerker tijdelijk vervangt. Of een vacature invult die anders niet ingevuld kan worden. De student krijgt dan een salaris. Dit valt niet onder de afspraken over stagevergoeding.

In sommige gevallen lopen deze studenten daarnaast ook stage. Ze kunnen dan onder bepaalde voorwaarden ook een stagevergoeding krijgen.

Een stageovereenkomst kan dus bestaan naast een arbeidsovereenkomst.

De hoogte van de stagevergoeding wordt bepaald door het leerjaar waar de stage onder valt. Het gaat niet om hoelang je de opleiding al doet.

Als je bijvoorbeeld vertraging oploopt en een jaar later de stage loopt die bij het derde leerjaar hoort, dan krijg je de stagevergoeding die hoort bij het derde leerjaar. 

In sommige gevallen duurt een lerarenopleiding één of twee jaar. In dit geval wordt de stagevergoeding bepaald vanaf het einde van de opleiding. Welk bedrag je als stagevergoeding ontvangt, hangt af van hoe lang de opleiding duurt.

  • Duurt de opleiding twee jaar? Dan geldt het eerste jaar als leerjaar drie en het tweede als leerjaar vier.

  • Duurt de opleiding één jaar? Dan begint de vergoeding vanaf leerjaar vier.

Ook studenten die een educatieve minor of losse module volgen kunnen stage lopen. Zij hebben ook recht op een stageovereenkomst. De hoogte van de stagevergoeding wordt bepaald door het leerjaar waar de minor of module onderdeel van is.

Deeltijdopleidingen duren ook vier jaar. Voor studenten die in deeltijd studeren gelden dezelfde regels als voor voltijdstudenten. 

Voor zij-instromers gelden andere regels. Die hebben al een arbeidsovereenkomst als docent en doen daarnaast een opleiding. 

Voor mbo-studenten gelden dezelfde regels voor de stagevergoeding. Het leerjaar waar de stage deel van is, bepaalt de hoogte van de stagevergoeding.

Deze cao is geregeld. Maar we willen meer.

Onderhandelen is geven en nemen. Deze afspraken staan. Maar we willen meer. Doorgroeien in het onderwijs moet makkelijker worden. En geef docenten meer inbreng: zij vormen het hart van de organisatie. Denk jij er net zo over? Sluit je ook aan bij de AOb.

Alle voordelen van de AOb

  • Gratis advies en juridische hulp
  • Stem mee over de cao’s en andere afspraken
  • Gratis inspirerende workshops
  • Gratis belastingservice
  • Het Onderwijsblad in de bus

Je bent al lid vanaf € 9,66 netto p.m.

(Je kunt 40% van je vakbondscontributie terugvragen via je werkgever)