Dijkgraaf wil instroom buitenlandse studenten beheersen met nieuwe wet

Iedereen die wil, kan reageren op het wetsvoorstel internationalisering in het hoger onderwijs van demissionair onderwijsminister Robbert Dijkgraaf. Tot half september staat het open voor consultatie. Met de wet wil Dijkgraaf de instroom van internationale studenten beheersen. De AOb vindt dat de plannen niet mogen leiden tot het ontslag van buitenlandse collega’s.

Tekst Hoger Onderwijspersbureau (HOP) en Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 5 Minuten om te lezen

Studenten

Beeld: Pixabay

Internationalisering is één van de gevoeligste onderwerpen in de politiek van het hoger onderwijs. Sinds half juli staat de wet open voor internetconsultatie. Het gaat over een wet waarvan Dijkgraaf in april -na meerdere keren uitstel- zijn plannen naar de Tweede Kamer stuurde. Hij deed toen twee belangrijke aankondigingen. Zo wil hij de centrale regie in handen nemen en ervoor zorgen dat internationals straks vaker de Nederlandse taal leren.

Het moet mogelijk zijn om die stroom studenten waar nodig te kunnen beheersen

Rem en stuur

In het persbericht onderstreepte Dijkgraaf dat het goed is voor de samenleving en de kenniseconomie als internationale studenten hierheen komen. ‘Maar het moet wel mogelijk zijn om die stroom studenten waar nodig te kunnen beheersen.’ Anders leidt internationalisering volgens hem tot ‘overvolle collegezalen, hoge werkdruk van docenten en gebrek aan huisvesting’. Ook komt dan de toegankelijkheid van opleidingen onder druk, stelt de minister. Hij gaat daar niet nader op in, maar het gaat dan vooral om opleidingen met een numerus fixus. In de selectie voor die opleidingen moeten Nederlandse jongeren het immers opnemen tegen een steeds grote groep studenten uit andere landen.

‘We hebben naast een gaspedaal ook een rem en vooral een stuur nodig’, is Dijkgraafs conclusie. Voor sommige sectoren lijkt hij de toestroom liever niet te willen indammen. Of zoals het ministerie het samenvat: de minister wil ‘maatwerk’ voor studies als ict en techniek en voor studies in de tekortsectoren op de arbeidsmarkt. Ook gaat de aanpak per regio verschillen. Universiteiten en hogescholen vlakbij de Duitse en Belgische grens hebben volgens hem een ‘andere positie’ waar het om internationalisering gaat. 

We hebben naast een gaspedaal ook een rem en vooral een stuur nodig

Ingrijpen

Maar wat wil hij doen? Allereerst komt er ‘een vorm van centrale regievoering’ om met maatschappelijke belangen in het achterhoofd naar het hele onderwijsstelsel te kunnen kijken. De vraag naar talent speelt bijvoorbeeld mee in afwegingen over de toestroom van studenten.

Als het stelsel in gevaar dreigt te komen, wil de minister mogelijkheden hebben om ‘in te grijpen’, staat in het persbericht. Maar het is nog niet bekend hoe die regie eruit gaat zien. Zo stelt hij een deel van zijn plannen toch weer uit, want mogelijke denkrichtingen voor die centrale regie deelt hij nog niet. Te denken valt aan centrale aanmelding voor populaire opleidingen (zoals vroeger bij geneeskunde), zodat internationale studenten wel in Nederland kunnen studeren, maar misschien niet in de Randstad. Ook zouden hogescholen, met toegesneden opleidingen, een deel van de grote toestroom kunnen opvangen. Maar Dijkgraaf zegt er nog niets over.

Numerus fixus

De toegankelijkheid van het onderwijs wil de minister bevorderen door de regels rond de numerus fixus te veranderen. Opleidingen mogen straks de instroom beperken bij een traject binnen de opleiding, bijvoorbeeld het Engelstalige traject. Dan kunnen Nederlandstalige studenten altijd binnenkomen via de Nederlandstalige variant, terwijl er een grens wordt gesteld aan het aantal studenten in het Engelstalige traject.

Ook komt er een noodrem als een opleiding plotseling overspoeld wordt met studenten van buiten de Europese Unie. Als opleidingen dreigen vol te lopen, kunnen ze de onverwachte stijging stuiten met een ‘noodcapaciteitsfixus’.

Nederlands leren

Ten slotte wil Dijkgraaf dat hogescholen en universiteiten de taalvaardigheid in het Nederlands bij alle studenten gaan bevorderen, dus ook bij de internationale studenten. Een betere beheersing van het Nederlands vergroot hun kansen op de arbeidsmarkt, is de overweging. Bovendien zou de kans dan groter worden dat studenten uit het buitenland na hun studie in Nederland blijven.

Ook vraagt hij hogescholen en universiteiten om de Nederlandse taal in het onderwijs ‘te behouden en versterken’. Daar is wel een nieuw wetsvoorstel voor nodig. Dat zal volgens het ministerie niet eerder van kracht kunnen zijn dan september 2024. Als de Tweede Kamer het accepteert, gaat het hoger onderwijs het komende studiejaar dus nog op de oude voet verder.

Verder wil Dijkgraaf dat de bestuurstaal aan universiteiten en hogescholen in principe het Nederlands is. Indien nodig mag het ook tweetalig. Daarover gaat hij ‘bestuurlijke afspraken’ maken. Op dit moment is Engels de bestuurlijke voertaal aan de Universiteit Twente en de TU Eindhoven. De Universiteit Maastricht is bijvoorbeeld tweetalig.

Controversieel

Het is nu de vraag of deze wet ‘controversieel’ wordt verklaard en daarmee naar een volgende regeerperiode wordt geschoven, vanwege de val van het kabinet in juli. Hierover stemt de Tweede Kamer na de zomer. Zowel de werkgevers Universiteiten van Nederland (UNL) als de studenten willen dat de Kamer hierover blijft praten en dat het niet wordt uitgesteld.

Volgens de AOb mogen de plannen van de minister niet leiden tot ontslag van buitenlandse collega’s

AOb

Onder de internationale leden van de AOb is de afgelopen tijd onrust ontstaan, zo meldt het sectorbestuur wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Zeker omdat één van de voorgestelde ideeën is om strenger te zijn met Engelstalige opleidingen. Het sectorbestuur benadrukt dat ze staan voor álle medewerkers van universiteiten ongeacht of dit Nederlandstalige of Engelstalige studies zijn.

‘Wij zullen ervoor pleiten dat de plannen van de minister niet leiden tot ontslag van buitenlandse collega’s', aldus het sectorbestuur in een schriftelijke verklaring van medio juli. 'Wanneer onze internationale collega’s duurzaam willen integreren in Nederland, kan van hen worden verwacht dat ze de Nederlandse taal leren en kunnen hier afspraken over worden vastgelegd in het arbeidscontract. Hierin moeten de werknemers worden gefaciliteerd door de werkgevers. Zij kunnen rekenen op steun van de AOb wanneer deze rechten onder druk komen te staan.'

Afgelopen studiejaar waren er volgens het ministerie 115 duizend internationale studenten in Nederland. Dat is 3,5 keer zoveel als in studiejaar 2005-2006.