PO
VO

Type doorstroomtoets maakt uit voor schooladvies

Het maakt uit voor het schooladvies welke doorstroomtoets achtstegroepers maken. Dat blijkt uit een analyse van werkgeverskoepel PO-raad. AOb-voorzitter Thijs Roovers pleit voor één doorstroomtoets ondergebracht bij het ministerie en niet bij een commerciële partij. 

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

Sjoelbak

Beeld: Canva

De range tussen vwo-adviezen per toetsaanbieder lopen uiteen van 19 tot 37 procent van de leerlingen. Roovers: “Deze verschillen zijn onacceptabel, scholen worden er óók op afgerekend door de inspectie. Logisch dat zij gaan ‘shoppen’ naar een toets met de beste resultaten en waar de school vervolgens als beste uit de verf komt. Dit schiet totaal zijn doel voorbij. Het moet een publieke taak worden, zodat het voor alle leerlingen hetzelfde is: van Schiermonnikoog tot en met Maastricht.”

Deze verschillen zijn onacceptabel, scholen worden er óók op afgerekend door de inspectie. Dit schiet totaal zijn doel voorbij

Sinds 2024 maken leerlingen in groep 8 de doorstroomtoets. Basisscholen geven eerder in het jaar al het schooladvies aan de leerlingen. Mochten de toetsresultaten hoger uitvallen dan het advies, dan is een school sinds schooljaar 2023-2024 verplicht het advies naar boven bij te stellen. Scholen mogen er alleen van afwijken als de bijstelling niet in het belang van de leerling is, maar moeten dat motiveren. Uit de rapportage van de PO-raad blijkt nu dat de doorstroomtoets vooral de verschillen tussen scholen en leerlingen versterkt, in plaats verkleint. ‘In een onderwijsstelsel waar zoveel waarde wordt gehecht aan de doorstroomtoets vindt de PO-raad de conclusies zeer zorgelijk’, aldus de raad op zijn site. Voorzitter Freddy Weima: “Het invoeren van de doorstroomtoets moet de kansengelijkheid vergroten. Helaas moeten we concluderen dat dat niet is gelukt.” 

Het invoeren van de doorstroomtoets moet de kansengelijkheid vergroten. Helaas moeten we concluderen dat dat niet is gelukt

Zo laten de cijfers zien dat de behaalde referentieniveaus verschillen per toets. De raad van schoolbesturen nam de twee grootste toetsaanbieders onder de loep: IEP en Leerling in Beeld (LIB). ‘Bij de ene toets zijn er meer schoollocaties waar alle leerlingen boven fundamenteel niveau 1F scoren’, zo schrijft de raad. De raad vindt het onwenselijk, omdat de Onderwijsinspectie de toets wel gebruikt om te oordelen over een school. Ook leiden dezelfde prestaties niet tot dezelfde toetsadviezen. Zo ziet de PO-raad dat de range tussen vwo-adviezen per toetsaanbieder uiteenlopen van 19 tot 37 procent van de leerlingen. Ook het percentage havo/vwo-adviezen loopt uiteen van 49 tot 60 procent. 

Verschillen in uitkomsten

Vorig jaar, toen leerlingen voor de eerste keer de toets maakten, bleek al dat er grote verschillen waren in de uitkomsten van de toetsen. Volgens de Volkskrant stapte zo’n driekwart van de circa 370 scholen over naar een toetsaanbieder die de hoogste scores had, Cito. In de grafiek van de PO-raad waarin alleen de cijfers te zien zijn van scholen die van toets hebben gewisseld, is vooral bij het streefniveau te zien dat scholen beter zijn gaan scoren en dat het wisselen dus wel degelijk invloed heeft op de uitkomsten - soms gaat het wel om tien procentpunten meer leerlingen. De PO-raad stelt wel dat zij niet weten of scholen geswitcht zijn vanwege betere resultaten en wat ze nog meer hebben gedaan, zoals toetstrainingen aanbieden.

Toets zorgt niet voor meer kansengelijkheid

Verder helpt de doorstroomtoets helemaal niet om de kansengelijkheid te verbeteren. Juist op scholen met leerlingen uit gezinnen met een hoge sociaaleconomische status wordt het schooladvies bijgesteld. Het gebeurt juist niet op de scholen waar leerlingen er meer baat bij hebben, vanwege lagere verwachtingen of minder kansen om zich te ontwikkelen. In gemeenten als Bloemendaal, Gooise Meren, Heemstede en Oegstgeest wordt een havo/vwo-advies anderhalf keer zo vaak bijgesteld als in gemeenten met scholen waar meer praktisch opgeleiden wonen. 

Publieke taak en geen afrekening

Voor Roovers zijn de uitkomsten helaas een bevestiging van waarvoor hij al vreesde. “Laten we vooropstellen dat een kind niet een toets is. We willen checken waar een leerling staat aan het einde van de schoolcarrière en vooral een eerlijke toets. Op dit moment gebeurt precies datgene wat we allemaal niet willen. Scholen worden erop afgerekend en je wil geen concurrentie in iets wat gewoon een publieke taak hoort te zijn. Het is geen hogere wiskunde, ga gewoon aan de slag met één valide toets.”

De AOb staat niet alleen in deze oproep, ook in de Tweede Kamer zijn er al moties aangenomen die gaan over het onderzoeken naar één doorstroomtoets en de dubbele functies ervan. Vorig schooljaar maakten 170 duizend leerlingen uit groep 8 de doorstroomtoets. Scholen kunnen op dit moment kiezen uit zes toetsaanbieders.