Rekenkamer: Basisschoolleraren bijna dag per week kwijt aan administratie, drukt werkplezier
Leerkrachten in het basisonderwijs zijn gemiddeld per week 6 tot 8 uur kwijt aan hun administratie. Dat is een stuk meer dan collega’s in andere landen zoals België of de VS. De administratiedruk zorgt ervoor dat het werkplezier daalt en dat een flink aandeel overweegt het onderwijs te verlaten, zo meldt de Algemene Rekenkamer vandaag.

Beeld: Typetank
AOb-hoofdbestuurder Simone Fomenko: “Hoe jammer ook, dit bevestigt wat wij al heel lang zien en dat is dat de administratieve last zorgt voor een structureel hoge werkdruk.”
Twee keer per jaar een rapport voor alle leerlingen, het digitale leerlingvolgsysteem met notities, afwezigheidsregistraties, groepsplannen met daarin de doelen die leerlingen per vak moeten halen, overdrachten aan duo-collega’s, handelingsplannen waarin staat welke ondersteuning een leerling nodig heeft, contact met externe hulpverleners om extra hulp te regelen of te coördineren, gespreksverslagen van gesprekken met ouders.
Onafhankelijk onderzoek
De lijst met administratieve taken op pagina 48 van het rapport ‘Hoeveel tijd mag het kosten’ van de Algemene Rekenkamer is fors. De Rekenkamer, die onafhankelijk controleert of de overheid het geld wel doelmatig besteedt, nam dit keer het basisonderwijs onder de loep -het speciaal onderwijs en particulier onderwijs zijn niet onderzocht.
De Rekenkamer, die onafhankelijk controleert of de overheid het geld wel doelmatig besteedt, nam dit keer het basisonderwijs onder de loep
Ze hielden daarvoor onder meer een enquête die 1073 leraren invulden, deden tijdmetingen op 43 basisscholen waarbij 256 leraren een week lang -in meerdere periodes- bijhielden hoeveel tijd ze kwijt zijn met hun administratie. Op 5 scholen deed de Rekenkamer verdiepend onderzoek waarbij schoolleiders en ib’ers aan het woord kwamen.
‘Serieus probleem’
De Rekenkamer concludeert dat leraren de administratie als een ‘serieus probleem’ ervaren -en dat waarschijnlijk een groot deel van de leraren hun werk niet binnen de reguliere werktijd af krijgt. ‘Een derde van de leraren in het primair onderwijs denkt erover om een andere baan te zoeken’, schrijven de onderzoekers. Van die groep geeft een kwart aan dat de administratie de belangrijkste reden daarvoor is. ‘De administratieve last kan het lerarentekort vergroten’, aldus de Rekenkamer die het ziet als een ‘serieus risico’.
De administratieve last kan het lerarentekort vergroten
Als alle leraren in het basisonderwijs een uur minder aan de administratie zouden besteden, zou dit 2250 fte op jaarbasis besparen. ‘Deze extra capaciteit zou beschikbaar zijn voor werkdrukverlichting of verbetering van het onderwijs.’ Dat leraren de administratie als zwaar ervaren komt vooral doordat de taken te veel tijd kosten en dat het ten koste gaat van het contact met leerlingen.
De onderzoekers zien dat Nederlandse leraren meer tijd kwijt zijn aan de administratie dan collega's in andere landen. Zo besteden leerkrachten in België 4,3 uur aan de administratie. In Engeland gaat het om 4,2 uur en in Australië 4,4 uur. Verder wijst de Rekenkamer op individuele verschillen die ze zagen in de administratieve documenten die bij scholen werden opgevraagd. Ook tussen leraren zitten veel verschillen. ‘De ene leraar werkt bijvoorbeeld sneller met de computer dan de andere, of schrijft informatie juist meer in detail op.’ Deeltijdleraren zijn meer tijd kwijt dan collega's die de hele week werken, omdat ze meer afstemming hebben met hun duo.
Voor het geval dat…
Voor AOb-hoofdbestuurder Fomenko is het geen verrassing en ze vindt met het lerarentekort dat elke leraar die ermee wil stoppen er één te veel is. “Ik ken collega’s die vier dagen zijn gaan werken om de vijfde dag -onbetaald- hun administratie rustig te kunnen bijwerken.” Fomenko staat zelf twee dagen voor de klas en ziet de verschillen. “Ik notuleer vaak actiepunten en gebruik geen lappen tekst als een leerling een extra rekenboekje nodig heeft. Maar er zijn ook leraren die een compleet verslag maken van een oudergesprek. Dat kost veel meer tijd.”
Dat er zoveel verschillen zijn tussen scholen komt mede door de overheid zelf. Fomenko: “De inspectie kwam met een brochure ‘Ruimte in regels’ over de administratieve taken in het basisonderwijs. Daarin stond wat er niet hoeft te worden bijgehouden, maar geef scholen een overzicht met punten wat wél moet en geef heldere kaders. Nu nemen scholen het zekere voor het onzekere en is het veel ‘voor het geval dat’. En deel als inspectie vooral ook de goede voorbeelden die je ziet tijdens de schoolbezoeken.”
Kleine klassen
Fomenko onderstreept de bevindingen van de Rekenkamer als het gaat om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. “Als in een kleine klas relatief veel leerlingen ondersteuning nodig hebben, krijg je toch nog veel administratie. Dus een combinatie van kleine klassen én niet teveel leerlingen met ondersteuningsbehoeften, dan gaat de administratieve last wel omlaag. Met dertig leerlingen zonder ondersteuning ben ik per saldo sneller klaar, dan met 20 leerlingen en 5 leerlingen die meer zorg nodig hebben.”
Met dertig leerlingen zonder ondersteuning ben ik per saldo sneller klaar, dan met 20 leerlingen en 5 leerlingen die meer zorg nodig hebben
De Rekenkamer concludeert dat leraren voor elke leerling met een ondersteuningsbehoefte gemiddeld een kwartier per week meer aan administratie heeft. Volgens de onderzoekers gaat het dan om plannen, coördineren en evalueren van de ondersteuning.
Goede gesprek
De Rekenkamer geeft in het onderzoek geen oordeel over de administratie van leraren. Wel komen ze met suggesties wat de minister, inspectie en de scholen kunnen doen. De minister zal bij elk nieuw beleid een afweging moeten maken of de extra administratie opweegt tegen de resultaten. Als dat zo is, dan is de vraag welke taak leraren kunnen schrappen, aldus de Rekenkamer. Scholen kunnen het gesprek aangaan binnen teams en schoolbestuurders zouden vertrouwen moeten geven aan hun scholen en leraren. Fomenko sluit zich hierbij aan: “Vertrouwen is belangrijk, een school is geen papieren werkelijkheid, je kunt niet alles vastleggen.”