Leraren meer tevreden over arbeidsvoorwaarden, maar wel veel werkstress
Leraren in het primair onderwijs zijn een stuk tevredener geworden over hun salaris. Was in 2018 een kwart van de leraren tevreden over hun loonstrookje, in 2024 is dit percentage gestegen naar 84 procent. Dat laat internationaal onderzoek zien dat vandaag is gepubliceerd. Wel zijn er meer leraren dan zes jaar geleden die veel werkstress ervaren.

Beeld: Typetank
Vandaag kwamen de resultaten naar buiten van Talis (Teaching and Learning International Survey), een internationaal onderzoek dat elke vijf jaar wordt uitgevoerd. Het onderzoek is een initiatief vanuit de Oeso, een samenwerkingsverband van 38 landen, en neemt onder meer onder de loep hoe leraren en schoolleiders denken over hun beroep, de autonomie die ze hebben om bijvoorbeeld zelf lessen te maken, hun werkdruk, betrokkenheid bij besluitvorming en de begeleiding aan startende collega’s. In totaal deden er 53 landen mee en zo’n 250 duizend leraren uit het primair en voortgezet onderwijs.
Tevredenheid
Sectorbreed zien de onderzoekers dat van de twee onderzochte sectoren in het voortgezet onderwijs de tevredenheid gelijk is gebleven in 2024 vergeleken met 2018. In het primair onderwijs zagen ze juist een verbetering. Zowel in het primair als in het voortgezet onderwijs zijn docenten tevreden met hun salaris. In het primair onderwijs steeg het van 25 naar 84 procent. Ook hun collega’s in het voortgezet onderwijs zijn meer tevreden over hun loonstrook: het percentage steeg van 58 naar 74 procent. ‘Dit percentage ligt significant hoger dan het TALIS-gemiddelde’, aldus de onderzoekers. Ook scoort Nederland met de overige arbeidsvoorwaarden, los van het salaris, beter dan andere Oeso-landen.
“Voor deze resultaten op het gebied van de arbeidsvoorwaarden hebben we bij de bond keihard gewerkt. We hebben jarenlang actie gevoerd om de loonkloof te dichten tussen het primair en voortgezet onderwijs. Dat zien we nu terug in de cijfers”, zegt AOb-bestuurder Kim van Strien. “We blijven ons natuurlijk inzetten voor betere arbeidsvoorwaarden.”
Hier hebben we keihard voor gewerkt
Voor-en nadelen
Meer leraren in het primair onderwijs geven in 2024 aan dat de voordelen van het leraarschap opwegen tegenover de nadelen. Dit percentage steeg van 75 naar 87 procent. Ook blijkt uit het onderzoek dat meer leraren (van 72 naar 81 procent) opnieuw zouden kiezen voor hun beroep. Bij de collega’s in het voortgezet onderwijs is ook het merendeel tevreden met hun baan. Ook hier steeg het aandeel leraren dat aangeeft dat er meer voordelen dan nadelen zitten aan het leraarschap: van 83 procent naar 90 procent.
Toch zijn er ook grote ‘uitdagingen’, zoals staatssecretaris Koen Becking het noemt in zijn brief aan de Kamer en laat weten dat hij de komende gaat nadenken hoe hij dit gaat toepassen in het beleid. Zo ervaart een groeiende groep leraren en schoolleiders veel stress op hun werk. ‘Vooral in het voortgezet onderwijs is het aandeel leraren significant gestegen van 10 procent in 2018 naar 14 procent in 2024’, zo schrijven de onderzoekers. In het primair onderwijs gaat het om tien procent van de leraren.
Administratie
Die stress zit vooral in administratie, verandermoeheid en het omgaan met het gedrag van leerlingen en zorgen van ouders. Leraren geven aan moe te zijn van alle veranderingen, noteren de onderzoekers. Zes op de tien onderzochte leraren wil een ‘periode van rust en stabiliteit’. Ze willen geen nieuwe vernieuwingen of plannen daarvoor. De onderzoekers schrijven dat dit gevoel sterker is dan bij collega’s in andere landen.
Van Strien: “Werkdruk blijft een belangrijk thema voor onze achterban en dat wordt hier opnieuw bevestigd. We blijven dit onder de aandacht brengen en proberen hier op verschillende plekken afspraken over te maken. Onderwijspersoneel wil zich graag bezighouden met de kern: goed onderwijs verzorgen.
Onderwijspersoneel wil zich graag bezighouden met de kern: goed onderwijs verzorgen
Het rapport laat zien dat voltijd werkende leraren veel meer uren werken dan het Talis-gemiddelde. “Collega’s in het primair onderwijs werken zo’n vier uur per week over bij een voltijdbaan. Ook besteden we vergeleken met andere landen meer tijd aan administratie en legt dat een groter beslag op de lestijd, voor collega’s in het po is dat zelfs 8 uur per week bleek uit eerder onderzoek van de Rekenkamer”, aldus de AOb-bestuurder.
Fysiek en verbaal geweld
Sterke werkstress krijgen leraren vooral van intimidatie en verbaal geweld. In beide onderwijssectoren is dit vaker genoemd door leraren. In het primair onderwijs is de werkstress overall gezien niet gestegen, maar wel het aandeel leraren dat intimidatie of verbaal geweld ervaart als stressfactor. ‘Dit is meer dan verdubbeld: 4,4 procent in 2018 naar 12 procent in 2024’, aldus de onderzoekers. Ook in het voortgezet onderwijs steeg deze categorie van 6 procent naar 15,5 procent.
Wat opvalt is dat er in de Nederlandse klassen meer leerlingen zitten met extra ondersteuningsbehoeften dan in de landen om ons heen. Leraren uit het primair en voortgezet onderwijs geven aan dat meer dan 10 procent van de leerlingen in de klas extra ondersteuningsbehoeften hebben. Dit brengt extra werk met zich mee, zowel binnen als buiten de klas.
Meer tijd en ruimte voor kerntaak: lesgeven
Het internationale onderzoek bekeek ook wat er nodig is om het beroep aantrekkelijker te maken. De leraren geven zelf een voorzet waarbij met stip op één de werkdruk staat. ‘Leraren willen meer tijd en ruimte om zich te richten op hun kerntaak: lesgeven’. Daarnaast blijven arbeidsvoorwaarden belangrijk, maar ook vooral de maatschappelijke waardering en het imago van het lerarenberoep. ‘Leraren willen meer waardering en respect voor hun vak.’ "De uitkomsten uit dit onderzoek verrassen ons niet samen met onze leden blijven we hard aan het werk om ervoor te zorgen dat de aantrekkelijkheid van werken in het onderwijs nog beter wordt. Dit is cruciaal in de strijd tegen het lerarentekort."