Inflatiecompensatie scholen gaat ten koste van lerarensalarissen en achterstandengeld
Demissionair onderwijsminister Eppo Bruins (NSC) wil een gebruikelijke inflatiecorrectie voor middelbare scholen uitbetalen ten koste van lerarensalarissen en achterstandenbestrijding. Hij zette de Tweede Kamer voor het blok om op stel en sprong groen licht te geven, nog voordat die erover kon debatteren.

Beeld: Rijksoverheid
Dat debat is aanstaande dinsdag, dan praat de Tweede Kamer verder over de ruim 400 miljoen euro aan nieuwe onderwijsbezuinigingen die het inmiddels demissionaire kabinet half april in de Voorjaarsnota presenteerde. De meest in het oog springende maatregel is het schrappen van de onderwijskansenregeling voor kwetsbare leerlingen, maar dat is niet de enige ‘ombuiging’. Zo wordt er onder meer beknibbeld op het budget voor basisvaardigheden in het funderend onderwijs en op de loon- en prijsbijstelling, oftewel een compensatie voor de inflatie.
Kansarme wijken
Bij nader inzien wil Bruins in het voortgezet onderwijs toch de volledige prijsbijstelling uitbetalen - geld bedoeld voor materiële uitgaven zoals meubilair, leermiddelen en de energierekening. Net als dat voor het primair onderwijs al gebeurt; daar is die indexering simpelweg verplicht.
Maar de minister betaalt die inflatiecorrectie - een kleine 41 miljoen euro structureel - door op andere posten in de onderwijsbegroting te bezuinigen. Zo haalt hij jaarlijks 10 miljoen euro weg bij de arbeidsmarkttoelage, oftewel salarissen van leraren op middelbare scholen in kansarme wijken. Nog eens 12 miljoen kort hij op de loonbijstelling van het gemeentelijk onderwijsachterstandenbudget - een geldpot voor het bestrijden van kansenongelijkheid waar al eerder flink op is bezuinigd. Verder snijdt hij voor een kleine 15 miljoen in de loonbijstelling van subsidies, waaronder die voor de onderwijsregio’s.
Zo haalt de minister jaarlijks 10 miljoen euro weg bij de arbeidsmarkttoelage, oftewel salarissen van leraren
Omdat de bekostiging op korte termijn de deur uit moet, maande hij samen met staatssecretaris Mariëlle Paul (VVD) de Tweede Kamer tot spoed om er alvast mee akkoord te gaan - nog voor het debat en de stemming erover kunnen plaatsvinden. Daarvoor maakt hij gebruik van een achterdeurtje - de zogenoemde compatibiliteitswet - waarbij hij alleen maar een briefje hoeft te krijgen dat de Kamer zich ‘deugdelijk geïnformeerd’ acht.
Prutswerk
Schoorvoetend stemde de Tweede Kamer gistermiddag voor zo’n verklaring van de commissie-OCW - mét daarin het expliciete voorbehoud dat de omstreden dekking de ‘formele autorisatie’ van het begrotingsdebat behoeft. En met een keurig geformuleerde sneer waarin de partijen laten doorklinken niet bepaald gecharmeerd te zijn van deze gang van zaken: ‘In het licht van artikel 105 van de Grondwet geniet het de voorkeur dat het parlement in alle gevallen waarin dat redelijkerwijs mogelijk is een begrotingswet behandelt alvorens de regering de daarmee corresponderende uitgaven doet of verplichtingen aangaat.’
Tijdens de stemming zelf verwoordden sommige partijen het wat directer in hun stemverklaring - om aan te geven waarom ze met tegenzin voorstemden. “De Kamer is door het broddelwerk van dit kabinet voor het blok gezet om te kiezen tussen twee kwaden”, aldus D66-Kamerlid Hans Vijlbrief. Marleen Haage van GroenLinks-PvdA: “Niet alleen maakt dit kabinet inhoudelijke keuzes die wij onbegrijpelijk vinden, namelijk grotere onderwijsbezuinigingen die de meest kwetsbare leerlingen raken, maar procedureel vinden we dit ook prutswerk.”