PO

Benut de kracht van meertaligheid

Meertaligheid wordt nog te vaak als een recept voor taalachterstand gezien. Maar het is juist een kracht, stellen onderzoekers. Leraren die deze kracht benutten, beamen dat: leerlingen worden niet alleen taalvaardiger, maar voelen zich ook meer thuis op school. 

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 6 Minuten om te lezen

Meertaligheid basisschool Amsterdam

Op de Amsterdamse basisschool van adjunct-directeur Dieneke Blikslager spreken kinderen dertig verschillende talen. "Elke leerling moet de Nederlandse taal onder de knie krijgen, maar de weg ernaartoe mag verschillen." Beeld: Angeliek de Jonge

‘We spreken hier allemaal de Nederlandse taal.’ Of, als boodschap aan ouders: ‘In het belang van uw kind spreken we hier Nederlands! U toch ook?’ Dit soort bordjes op het schoolplein of in klaslokalen komen anno 2025 nog steeds voor. 
Onbegrijpelijk, vindt Jim Cummins, emeritus hoogleraar aan de University of Toronto en keynote spreker tijdens het congres van Lezen Centraal over meertaligheid. “Het is een hardnekkig misverstand dat de thuistaal het leren van de standaardtaal dwarszit. Ons brein kent namelijk maar één taalsysteem.” Om dat te verduidelijken laat hij een plaatje zien van twee ijsbergen: boven water zijn het twee aparte toppen, maar onder water gaan ze in elkaar over. “Zo is het met talen ook: ze delen een en dezelfde basis. En dat betekent dat de ene taal helpt om een andere te leren.”

Norm is Nederlands

Nog te vaak is de norm Nederlands, zegt ook Joana Da Silveira Duarte, hoogleraar Onderwijswetenschappen en lector Meertaligheid en Geletterdheid. Ze ziet in de praktijk drie manieren waarop scholen omgaan met meertaligheid. Als eerste assimilatie, het hier-spreken-we-enkel-Nederlands. Dat leidt niet tot betere taalvaardigheid in het Nederlands, omdat het haaks staat op de sense of belonging van kinderen. Ook het laissez-faire (spreek maar wat je wilt) werkt niet. “Dan stel je meertalige leerlingen onvoldoende bloot aan het Nederlands.” De beste aanpak is valorisatie, oftewel de kracht van meertaligheid benutten: je zorgt dat leerlingen via hun thuistaal een stevige basis in het Nederlands krijgen. 

Dieneke Blikslager noemt dat “een taalvriendelijk sausje over je onderwijs gieten”. Ze is adjunct-directeur op de St. Janschool in Amsterdam (30 talen in huis) en primor meertaligheid. De school is sinds 2019 officieel een taalvriendelijke school en aangesloten bij een wereldwijd netwerk van circa zeventig scholen die de thuistaal niet als obstakel zien, maar als extra taalbagage die kinderen meenemen. “Elke leerling moet de Nederlandse taal onder de knie krijgen, maar de weg ernaartoe mag verschillen.”  (Artikel loopt door onder foto). 

Leerling van obs Vleuterweide zit aan haar tafeltje met een werkboekje voor zich - beeld bij artikel op AOb.nl over meertaligheid

Cummins kan dat alleen maar onderstrepen: “Taal is identiteit. Als je die verbiedt, voelt een kind zich een vreemde op school. Geef leerlingen niet de boodschap dat ze hun eigen taal thuis moeten laten en pas kunnen leren als ze de Nederlandse taal kennen.” 

Taal is identiteit. Als je die verbiedt, voelt een kind zich een vreemde op school

Maak afspraken over wanneer wel en niet de thuistaal 

De noodzaak van zo’n taalvriendelijk sausje groeit, want scholen krijgen steeds meer te maken met meertalige leerlingen, of dat nu nieuwkomers, kinderen van expats en migranten of dialectsprekers zijn. Maar hoe pak je dat precies aan? Florien Bakker, specialist taal, meertaligheid en nieuwkomers op obs Vleuterweide in Vleuten (18 verschillende talen in huis) noemt enkele knoppen waar je aan kunt draaien: “Goede taalondersteuning, sociaal-emotioneel leren, cultuur responsief lesgeven en ouderbetrokkenheid.” 

Maak op school samen goede afspraken over wanneer leerlingen wel en niet hun thuistaal mogen gebruiken en leg die vast in een talenplan. Kies voor Nederlands als voertaal in sociale situaties, bijvoorbeeld op het schoolplein. Bakkers school kiest voor oudergesprekken in principe ook voor Nederlands, tenzij dat niet lukt. In die gevallen zorgen ze voor een (online) tolk. 

Benut de thuistaal als leerlingen zelfstandig of samen werken aan opdrachten. “Dan fungeert de eigen taal als hefboom om te leren”, vertelt Bakker. “Want vaak kennen leerlingen begrippen wel in hun eigen taal.” Uiteindelijk moeten ze die begrippen ook in het Nederlands onder de knie krijgen. “Ga daarom voor elke les na welke schooltaal jouw leerlingen nodig hebben om de stof te begrijpen en het lesdoel te halen”, vertelt Bakker. Schooltaal zijn woorden die kinderen nauwelijks horen in spreektaal, maar op school des te meer. Woorden als ‘breuken’, ‘alinea’ of ‘grondwet’. Geef leerlingen een lijst met die woorden in het Nederlands en hun thuistaal. “Dat is sinds jaar en dag de manier waarop leerlingen in het voortgezet onderwijs vocabulaire leren voor de vreemde talen”, vult Blikslager aan. “Benut dat vooral ook bij leerlingen voor wie Nederlands de vreemde taal is.” 

Verdiep je daarnaast in wat voor meertalige kinderen struikelblokken kunnen zijn. Blikslager noemt het rekendictee als voorbeeld: “Veel talen noemen getallen van links naar rechts: twintig één. Dan is eenentwintig heel verwarrend. Hetzelfde geldt voor klokkijken. Nederlands is één van de weinige talen waarin wordt gesproken van half twaalf, overal elders zeggen ze een half uur na twaalf.” Je hoeft dit wiel niet zelf uit te vinden, er zijn voldoende handige websites.  

Lees voor in de taal van je hart

En wat is mooier om die verschillen tussen talen ook tot onderwerp van de taalles te maken, zoals op Blikslagers school gebeurt. “Kinderen vinden het reuze interessant om woorden in diverse talen te vergelijken. Zo krijgen ze steeds meer begrip voor taal en meertaligheid.”  (Artikel loopt door onder foto). 

Florien Bakker is specialist meertaligheid op obs Vleuterweide in Vleuten. "Benut de thuistaal als leerlingen werken aan opdrachten. Dan fungeert de eigen taal als hefboom om te leren."

Florien Bakker is specialist meertaligheid op obs Vleuterweide in Vleuten. “Benut de thuistaal als leerlingen werken aan opdrachten. Dan fungeert de eigen taal als hefboom om te leren.” Beeld: Angeliek de Jonge

Laten zien dat elke taal welkom is, is een essentieel onderdeel van een taalvriendelijke school. Dat kan, naast aandacht in de les, door bijvoorbeeld leerlingen elke ochtend in hun eigen taal te begroeten of door te zorgen voor een meertalige collectie in de schoolbieb. Stel je aan het begin van het schooljaar op de hoogte van welke talen je allemaal in je klas hebt door er actief naar te vragen bij leerlingen én hun ouders. “En geef nieuwe leerlingen een taalmaatje, iemand uit de eigen of een hogere klas die dezelfde taal spreekt. Zo voelt een leerling zich sneller thuis.” 

Dat thuisgevoel wordt versterkt door ouders intensief te betrekken bij de (taal)ontwikkeling van hun kind. “Ouders zijn vaak bezorgd of ze het wel goed doen”, vertelt Blikslager. “Wij zeggen: Lees voor en vertel in de taal die jij het fijnst vindt, de taal van je hart. Want het belangrijkste is dat kinderen thuis veel taal horen, het maakt niet uit welke taal.” Als ouders hun kind graag willen leren lezen en schrijven in de thuistaal, adviseert Blikslager hen om daarmee te wachten tot na groep 3. “Anders is het te verwarrend voor kinderen, omdat de klank-lettercombinaties per taal verschillen. Als het om een ander schrift gaat, kan het natuurlijk wel tegelijkertijd.” 

Het belangrijkste is dat kinderen thuis veel taal horen, het maakt niet uit welke taal

In het verlengde van taal is ruimte voor elkaars cultuur belangrijk. “Dat is niet alleen aandacht schenken aan bijvoorbeeld het Suikerfeest, maar ook uitleggen wat Koningsdag en Sinterklaas is”, vertelt Bakker. Ook hier geldt weer: neem je eigen cultuur niet als norm of vanzelfsprekend. 

Breng geen hiërarchie aan in talen 

“Taalvriendelijkheid is een mindset”, stelt Blikslager. En die mindset heeft ook te maken met welke taal we bezigen. Blikslager geeft een voorbeeld uit haar eigen schoolloopbaan: ze werkte eerst op een school in Amsterdam-Zuid, met veel kinderen van expats. “Deze meertalige kinderen werden gezien als high potentials. Op mijn huidige school zitten ook heel veel meertalige kinderen, maar dat heet dan een achterstandsschool.” Die labels fungeren als een selffulfilling prophecy. 

Expat-kinderen worden gezien als high potentials, andere meertalige kinderen als achterstandsleerlingen

Blikslager heeft ook veel moeite met de term NT2-leerlingen. “Dat drukt te veel een hiërarchie in talen uit. Meertalig klinkt veel relaxter en aardiger.” Ze besluit: “De mindset is de grootste stap. Als die knop eenmaal om is, is de rest heel eenvoudig.”