Algemeen

Makkelijkere rekensom bekostiging middelbare scholen

De financiering van middelbare scholen wordt eenvoudiger. Dat maakt Onderwijsminister Arie Slob vandaag bekend in een brief aan de Tweede Kamer. De bekostiging is nu te complex en zorgt ervoor dat schoolbesturen niet altijd een goede financiële planning kunnen maken.

Tekst karen hagen - redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

arie-slob

Beeld: Rijksoverheid

Sinds vandaag staat het wetsvoorstel om de bekostiging in het voortgezet onderwijs te vereenvoudigen open voor consultatie. ‘De huidige bekostiging van het voortgezet onderwijs is complex, ondoorzichtig en bevat (onbedoeld) sturende prikkels’, schrijft de minister in zijn brief aan de Kamer.

Begin juli publiceerde het adviesorgaan van de regering, de Onderwijsraad, ook al een advies waarin een minder complexe bekostiging werd geadviseerd.

Onrechtvaardig

De bekostiging op de huidige manier zorgt ervoor dat scholen niet altijd hetzelfde bedrag voor eenzelfde type leerling krijgen. Een brede school ontvangt nu voor een havo-leerling meer geld dan een scholengemeenschap met alleen havo, zo schrijft de VO-raad, de vertegenwoordiger van de schoolbesturen in het voortgezet onderwijs. Het kan ervoor zorgen dat schoolbesturen niet willen samenwerken, terwijl dat door krimpende leerlingaantalen juist wel nodig is.

Dat moet dus anders en vooral simpeler. Nu hebben schoolbestuurders meer dan veertig gegevens nodig om uit te rekenen hoeveel geld ze van de overheid krijgen. Dit aantal brengt minister Slob terug naar vier, zodat scholen veel makkelijker kunnen uitrekenen wat hun financiering is.

Vast bedrag

In de nieuwe methode krijgen scholen voortaan een vast bedrag per vestiging én per leerling in de onder- of bovenbouw. Bijvoorbeeld een vast bedrag voor onderbouw- en bovenbouwleerlingen in het algemeen vormend onderwijs. En ook een vast bedrag per leerling in de bovenbouw van het vmbo en praktijkonderwijs.

De nieuwe rekensom zorgt er wel voor dat sommige scholen minder geld krijgen. Dit geldt voor 10 procent van de schoolbesturen, meldt Slob. De minister noemt dit percentage ‘verdedigbaar’. Deze scholen verliezen meer dan 3 procent van de bekostiging. De minister komt deze scholen tegemoet met een compensatieregeling.

De VO-raad is blij met de eenvoudigere financiering die de raad samen met het ministerie heeft opgesteld. Wel wijst de raad op een mogelijke groei van categorale scholen (met één onderwijstype), omdat de brede scholen in het nieuwe model niet meer geld krijgen.

D66-voorstel

In zijn brief reageerde Slob ook op het voorstel van D66-Kamerlid Paul van Meenen om het geld niet meer naar schoolbesturen te sturen, maar direct naar scholen zelf. Leraren en schoolleiders kunnen dan samen bepalen waaraan ze het geld besteden zodat het ook daadwerkelijk in de klas terechtkomt. Slob begrijpt de wens, maar vindt dat er sprake is van een enorme stelselwijziging. ‘Dit vraagt om een fundamenteel gesprek’, aldus de minister.

Slob hoopt zijn wetsvoorstel voor de zomer van 2019 bij de Tweede Kamer in te dienen. De nieuwe bekostiging moet per 1 januari 2021 ingaan.