PO

Idee: Filosoferen gaat kleuters makkelijk af

Filosoferen met kleuters draagt bij aan hun taalontwikkeling. Fabien van der Ham begeleidt filosofische gesprekken met heel jonge kinderen. “Durf gekke vragen te stellen.”

Tekst Rineke Wisman - Redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

fabien-van-der-ham-idee-onderwijsblad

Beeld: Jan Anninga

“Mijn jongste zoon begon op zijn derde al filosofische vragen te stellen”, zegt Fabien van der Ham, filosoof en auteur van kinderboeken. “De eerste die ik mij herinner is: als de hemel vol is, kom je dan weer terug op aarde? Ik stond perplex.”

Sinds haar eerste boek in 2005 verzorgt Van der Ham gastlessen op basisscholen. Als vanzelfsprekend ging ze met de kinderen in gesprek over de inhoud. In elk verhaal zit wel een filosofisch onderwerp, een thema waar je over na kunt denken.”

Onlangs verscheen haar dertiende boek ‘Een goudvis in zee’. Een prentenboek over Baroe, een jongen die kampioen is in vragen stellen, zoals: ‘Waarom kun je niet -als je groot bent- kiezen of je een jongen of een meisje bent?’, ‘Was de oerknal alleen?’ en ‘Kun je gelukkig zijn met niets?’ Vrienden, klasgenoten en familie denken met Baroe mee. Hun gedachten nodigen uit tot meedenken.

Vrijheid

Filosoferen draait om essentiële vragen waar je over na kunt blijven denken. Wat betekent vriendschap? Wat is vrijheid? Een actueel thema, zeker in coronatijd. Onze vrijheid is nu beperkt, maar wat betekent dat dan?

Filosoferen draait om essentiële vragen waar je over na kunt blijven denken

Vinden kleuters filosoferen moeilijk? “Juist niet”, zegt Van der Ham. “Kleuters vinden het niet-weten normaal. Die staan daar ontspannen in, zeker vergeleken met volwassenen die vaak vastzitten in hun eigen overtuigingen. Kleuters zijn in die zin betere filosofen dan volwassenen. Wanneer je kennis op een voetstuk zet, staat dat het denken in de weg.” Ook kinderen in de bovenbouw kunnen dit lastig vinden. “Ze zijn eraan gewend om op een antwoord uit te komen. Dan kan het verwarrend zijn als het daar ineens niet om gaat. Bij een filosofisch gesprek gaat het niet om standpunten innemen, maar om ideeën uitwisselen, alles als mogelijkheid zien, het is een soort spelen met je gedachten.”

Goede vriend

Naast leuk is het ook nuttig. “Kinderen leren hun mening formuleren. En beredeneren”, aldus Van der Ham. “Leg maar eens uit hoe je tot een standpunt komt. Waarom vind je iemand een goede vriend? Waarom voel je je buiten vrijer dan binnen?” Ook dragen lessen filosofie bij aan de woordenschat, de morele ontwikkeling en gespreks- en denkvaardigheden. “Er zit ontzettend veel in een filosofieles waar je met een half uurtje per week aan kunt werken.”

Een les filosofie start met een denkprikkel. Bijvoorbeeld via het voorlezen van een verhaal, zoals het prijswinnende prentenboek ‘Coco kan het’ over een vogeltje dat moet leren vliegen, maar niet durft. “Het thema waarover je dan kan filosoferen, is dan bijvoorbeeld leren.” De uitdaging voor de docent is vooral om een neutrale houding aan te nemen en oriënterende vragen te stellen. Dat is wennen als je gewend bent aan vragen die gericht zijn op controle van kennis, vaardigheden en gewenst gedrag. Zou jij kunnen leren vliegen? Kan een beer leren vliegen? Kan een vogel beren-dingen leren? En dan meer verdieping: Kun je alles leren? Kun je ook niets leren? Mag je weigeren iets te leren? Kan iedereen iets leren?

Met de beste bedoelingen zijn we als volwassenen vaak geneigd waarden op te leggen aan de kinderen

Eenzaamheid

Voorwaarde is dat je onderwerpen kiest waarbij je neutraal kunt blijven. Een onderwerp als pesten is daarom niet geschikt. Eenzaamheid kan wel. Durf ook gekke vragen te stellen, zoals: welke groente is het meest eenzaam en waarom? “De antwoorden zullen je verrassen”, zegt Van der Ham. Of een verhaal over de regels. De filosofiejuf noemt een verhaal getiteld ‘Tim op de tegels’ over een jongetje dat mocht buitenspelen van zijn vader als hij ‘op de tegels’ bleef: op de stoep. Wat gebeurt er? Hij zit op een stapel tegels die door arbeidslui naar de haven vervoerd wordt. De vraag die dan centraal staat, kan zijn: Moet je je altijd aan de regels houden?

“De leerkracht werkt vanuit een socratische denkhouding. Alles wat ik weet, is dat ik niets weet. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Met de beste bedoelingen zijn we als volwassenen vaak geneigd waarden op te leggen aan de kinderen.”

Ruimte kunnen geven aan andere ideeën vereist dat je je eigen waarheden tijdelijk parkeert. “En dat je niet te snel suggesties geeft. Dan ben je sturend bezig. Help jezelf eventueel in je rol door er een denkhoed, cape of jasje bij te gebruiken, zodat de kinderen weten: Nu doet de juf filosofie en weet ze het ook niet.

Sommige leerkrachten gebruiken een handpop die de ‘onwetende’ speelt. Zelf werkt Van der Ham graag met een buitenaards wezen van papier-maché. “Die alien snapt natuurlijk niks van onze wereld. De meeste kleuters leggen hem heel graag uit hoe het zit met tijd en vriendschap.”

Meer weten? Ga naar: filosovaardig.nl